2: Laat het beslag rusten.
Laat het beslag 2-3 minuten rusten terwijl de pan opwarmt. Dit helpt de havermout het vocht te absorberen en het mengsel iets dikker te maken.
3: Verwarm de pan voor.
Zet een koekenpan met antiaanbaklaag of een bakplaat op middelhoog vuur.
Vet het oppervlak indien nodig licht in met een paar druppels olie of boter en verdeel het gelijkmatig met een papieren handdoek.
4: Giet het beslag en vorm het.
Giet het beslag in de voorverwarmde pan in kleine, ronde bakvormen. Ik gebruik meestal 2 eetlepels per pannenkoek om het omdraaien gemakkelijker te maken.
Verdeel het beslag indien nodig voorzichtig met de achterkant van een lepel, zodat er een cirkel ontstaat.
5: Bak en draai om.
Bak de pannenkoeken ongeveer 2-3 minuten per kant. Je zult belletjes zien ontstaan en de randen stevig worden.
Draai voorzichtig om en bak nog 2 minuten, tot ze goudbruin en gaar zijn.
6: Serveer en geniet
Serveer warm met toppings zoals vers fruit, ahornsiroop, pindakaas of een klodder yoghurt.
