Het is een bijna universele reflex: we gaan zitten, trekken onze rok of broek recht… en kruisen onze benen. Een simpele gewoonte? Misschien niet. Achter dit ogenschijnlijk onschuldige dagelijkse gebaar schuilt een concentratie van cultuur, geschiedenis en sociale signalen. En als je een vrouw bent, krijgt houding nog een extra dimensie. Wat als de manier waarop we zitten veel meer over ons – en over de maatschappij – onthult dan we denken?
Een cultureel erfgoed… geworteld in onze gebaren

We merken het niet meer op omdat de gewoonte zo diep ingeworteld is. Toch is het kruisen van de benen een sociaal aangeleerde houding – en niet zomaar een houding. In het 18e-eeuwse Europa was het een teken van fatsoen, een manier om te laten zien dat men welgemanierd, voornaam… en vooral discreet was. De etiquetteboeken van die tijd lieten geen ruimte voor twijfel: een “respectabele” vrouw moest altijd een bescheiden en ingetogen houding aannemen.
Maar zoals zo vaak het geval is, hangt het allemaal af van de context. In sommige Aziatische culturen, met name in Japan en Korea, kan het kruisen van je benen, vooral in het bijzijn van ouderen of in formele situaties, als respectloos worden beschouwd. De ideale houding is daar juist rechtop, stabiel, met beide voeten op de grond. Dit laat maar weer eens zien hoe een alledaags gebaar van land tot land een compleet andere betekenis kan krijgen!
Ook vandaag de dag klinken deze eeuwenoude codes door in onze moderne gewoonten. Door mediabeelden, impliciete normen en min of meer subtiele aanwijzingen blijft het kruisen van de benen voor velen een automatische gewoonte… soms ten koste van comfort.
Houding en psychologie: wat ons lichaam ons in stilte vertelt.

Maar dat is nog niet alles. Los van culturele overwegingen kan het kruisen van je benen ook een gemoedstoestand onthullen. Het is zelfs een taal op zich: de taal van het lichaam. We vergeten het vaak, maar onze houding spreekt voor ons, lang voordat we onze mond openen.
Een been bovenop het andere, lichtjes gedraaid naar de persoon met wie we praten? Dit kan interesse verraden, zelfs een zekere mate van medeplichtigheid. Benen gekruist en naar ons toe gevouwen? Een vorm van bescherming, een verlangen om een geruststellende barrière te creëren. Omgekeerd kan een open houding, met beide voeten stevig op de grond, een signaal van zelfvertrouwen en stille zekerheid afgeven.
En raad eens? We nemen deze houdingen niet allemaal op dezelfde manier aan. Vanaf zeer jonge leeftijd worden meisjes aangemoedigd – soms onbewust – om “rechtop te zitten” en “hun benen netjes te kruisen”, terwijl jongens vrijer kunnen zitten, zelfs languit kunnen liggen zonder enige schroom. Een ogenschijnlijk onbeduidend verschil, maar wel een dat veel zegt over de genderrollen die ons van jongs af aan worden bijgebracht.
In de werkwereld telt elke houding.

Op kantoor, tijdens vergaderingen of zelfs tijdens een sollicitatiegesprek, kan onze zithouding van invloed zijn op hoe we worden waargenomen. Studies in de sociale psychologie hebben dit duidelijk aangetoond. Een gespannen houding kan worden geïnterpreteerd als een gebrek aan zelfvertrouwen. Omgekeerd geeft een ontspannen, stabiele en evenwichtige houding een duidelijke boodschap: “Ik voel me op mijn gemak in deze positie.”
Voor vrouwen kan dit soms een echte uitdaging zijn. Hoe kunnen we comfortabel zitten en tegelijkertijd zelfverzekerd en professioneel overkomen, zonder in de valkuil te trappen van stereotypen als ‘te bazig’ of ‘niet vrouwelijk genoeg’? Ja, zelfs zittend moeten we vaak een balans vinden tussen imago en zelfexpressie.
En als we zouden stoppen met oordelen… hoe zouden we dan kunnen zitten?
Uiteindelijk leidt dit kleine, alledaagse en discrete gebaar tot een veel bredere reflectie: die van lichamelijke vrijheid. Waarom worden bepaalde houdingen nog steeds als ‘gepaster’ voor vrouwen beschouwd? Waarom wordt elegantie meer gewaardeerd dan comfort? Wat als we deze ongeschreven normen eens ter discussie zouden stellen?
Want uiteindelijk gaat zitten ook over het innemen van ruimte . En het is tijd dat iedereen dat vrij kan doen, zonder zich te hoeven verontschuldigen, zonder beperkingen of kritische blikken.
