**Ik heb gezwegen over het pand aan het meer ter waarde van 100 miljoen dollar dat mijn zus me heeft nagelaten – en terecht, want op mijn eigen afscheidsfeest kwam mijn schoondochter aan met een advocaat en papieren om mijn leven te “medebeheren”. Ze hadden geen idee met wie ze te maken hadden.**

Ik heb gezwegen over het prachtige stuk grond aan het meer – ter waarde van bijna 100 miljoen dollar – dat mijn overleden zus, een prominent figuur in de maatschappij, in het geheim in een trustfonds op mijn naam had ondergebracht. Gelukkig maar, want op mijn afscheidsfeestje kwam mijn schoondochter opdagen met een advocaat en een aantal “nuttige” documenten, en mijn stilzwijgen bleek het enige obstakel te zijn tussen mij en een plan om mijn leven, mijn huis en alle beslissingen die namens mij worden genomen, gezamenlijk te beheren.

Mijn naam is Henrietta Lawson, en na zevenendertig jaar als hoofdbibliothecaris van de openbare bibliotheek van Riverbridge kreeg ik een afscheidsfeest.

Eindelijk noemden ze het een feest. Op elke tafel stonden witte rozen, van het soort dat mijn overleden man vroeger mee naar huis bracht toen we nog deden alsof we een hechte band hadden. Er was een taart met mijn naam er correct op gespeld, wat al meer was dan ik ooit had verwacht, en er stond een microfoon bij de punchbowl, ook al was ik niet uitgenodigd om te spreken. Ik zat aan de centrale tafel als een beeldje – iets dat was achtergebleven na de versiering. Mensen glimlachten. Ze maakten foto’s, maar niets voelde echt. Tenminste, niet voor mij.

Pas later begreep ik dat sommige feesten geen echte vieringen zijn. Het zijn geënsceneerde evenementen – en soms zijn wij slechts een accessoire.

vervolg op de volgende pagina