— Als u nog één slecht woord over mijn ouders zegt, zult u helemaal niet meer kunnen praten, Irina Valentinovna! Hebt u me begrepen?!

— Ja, Andrej.

— Rita, wat is daar bij jullie gebeurd? Mam belt, ze is totaal niet bij zinnen. Ze zegt dat je haar met een stopwatch eruit hebt gegooid.

Zijn stem klonk moe en geïrriteerd. Het was de stem van iemand die uit belangrijk werk werd getrokken voor vrouwenruzies. En dat “bij jullie” sneed harder door Margarita heen dan welke botheid ook. Niet “bij ons”, maar “bij jullie”. Hij had zichzelf al buiten het conflict geplaatst, erboven…

— Precies zoals ze zegt, — antwoordde Margarita vlak. — Je moeder kwam binnen en begon mijn ouders te beledigen. Ik heb haar gevraagd te vertrekken. Ze begreep het niet. Toen moest ik de tijdslimiet verduidelijken.

— Beledigen? Rita, je kent mama toch. Ze kan wel eens iets verkeerds zeggen, maar niet uit kwaadheid… Wat heeft ze dan gezegd?

Margarita voelde hoe haar geduld, haar zelfbeheersing—die ze zo zorgvuldig had opgebouwd—begon af te brokkelen. Hij vroeg niet hoe zíj zich voelde. Hij vroeg niet wat er met háár was gebeurd. Hij zocht een excuus voor zijn moeder.

— Andrej, ik ga haar woorden niet voor je herhalen en ik ga niet meedoen aan een discussie over wie er “begonnen” is. Ze is een grens overgegaan. Punt. Ik laat niemand—ook je moeder niet—vuil praten over mijn familie in míjn huis.

— Maar het had toch ook anders gekund! Praten! Waarom dat circus met die stopwatch? Misschien was je te hard? Misschien kun je gewoon je excuses aanbieden voor je toon, en dan wordt het weer rustig?

En op dat moment begreep Margarita dat ze verloren had. Nee, niet van haar schoonmoeder. Ze had verloren van haar man. Hij zou haar niet beschermen. Hij zou haar “gladstrijken”. Haar weer handig, zacht en meegaand maken, zodat zijn leven opnieuw comfortabel werd. Hij vroeg haar om excuses aan te bieden. Omdat ze vernederd was.

— Nee, Andrej. Ik ga geen excuses aanbieden.

Aan de andere kant van de lijn viel een zware stilte. Andrej had dit antwoord duidelijk niet verwacht.

— Luister, — zei hij na een pauze, en in zijn stem klonken stalen noten van iemand die een beslissing neemt. — Dit kan zo niet. Ik rijd nu naar haar toe, haal haar op, en dan komen we. Dan praten we met z’n allen, rustig, als volwassen mensen.