— Breng er eentje naar het weeshuis. We kunnen er geen drie aan, – zei hij onverschillig, terwijl hij de kinderen nauwelijks aankeek.

— Komt goed. We slaan ons erdoorheen.

Het huis was nog steeds hetzelfde: oud, met een houtkachel, de geur van melk en een aarden vloer. Maar nu was het warm. ’s Nachts stond opa op om de kleintjes te wiegen. Oma waste, hielp, warmde melk op. En Anna, zodra ze was hersteld, ging aan het werk — groente sorteren op een boerderij. Overdag een dutje, ’s avonds een glimlach voor de kinderen.

Michail belde niet. Niet na een week, niet na een maand. Hij vroeg niet hoe het ging. Niet naar hun namen. Hij maakte geen cent over.

Anna besloot uiteindelijk zelf te bellen. Zijn stem klonk moe en geïrriteerd.

— Serieus? Denk je dat ik niks beters te doen heb? Ik heb zelf al genoeg problemen. Vergeet alimentatie of geld maar.

Ze zweeg. Zuchtte alleen.

Die avond zat ze op het stoepje. Haar moeder kwam naast haar zitten, gaf haar een mok warme melk.

— Mijn oma gebruikte zo’n kruidenzalf in de oorlog. Tegen brandwonden en rimpels. Later verkocht ze het zelfs op de markt — genoeg voor brood voor de kinderen.

Anna glimlachte flauwtjes.

— Denk je dat ik hier een schoonheidsstudio moet openen?

— Probeer het maar. Alles begint ergens.

En ze probeerde het.

Van kruiden naar succes
Diezelfde nacht, terwijl de kinderen sliepen, pakte ze een notitieboekje en schreef het recept op: kamille, munt, Sint-janskruid, wat honing, een lepel olie en — het geheime ingrediënt dat haar moeder haar in een fluistering doorgaf, alsof het magie was.

Ze kookte het. Liet het afkoelen. Smeerde het op haar gezicht — en op dat van haar moeder. De volgende ochtend voelde haar huid glad aan, als die van een baby. Ze grapte erover, maar diep vanbinnen voelde ze voor het eerst in lange tijd weer hoop.

Een week later liet ze een vriendin proberen. Toen nog een. De vraag groeide en Anna begon het masker in potjes te doen en te verkopen op de lokale markt. Daarna — maakte ze een pagina aan op sociale media. Langzaam begonnen bestellingen binnen te komen. Steeds meer.

Al snel moest ze een klein pandje huren in het stadje. Ze richtte het in, zette een tafel neer, potjes, verpakkingen. Haar ouders hielpen mee. Het geld begon binnen te komen. Anna registreerde haar eigen bedrijf, haalde certificaten en begon vrouwen uit het dorp in dienst te nemen. Ze had niet zomaar een crème — ze had een merk.

Drie jaar gingen voorbij. Ze was allang van Michail gescheiden en had zelfs geen alimentatie meer geëist.

Nu had ze een appartement in de stad — groot, licht, met drie kinderkamers. De kinderen gingen naar een goede school, deden aan zwemmen en tekenen en zeiden “mama” met zo’n liefde dat haar hart er telkens van oversloeg. Haar ouders gaf ze een nieuw huis.

Een ontmoeting die niets veranderde
Op een dag zag ze Michail op een zakelijke bijeenkomst.

Verouderd, kaal aan het worden, in een goedkope jas, stond hij in een hoek documenten door te bladeren. Hij zag haar en verstijfde. Zij liep rustig naar hem toe, gekleed in een mooi pak, met een rechte rug en een zelfverzekerde blik.

— Hallo Misha, — zei ze. — Ik had niet gedacht dat we elkaar zouden tegenkomen.

Hij mompelde iets over hoe blij hij was haar te zien. Was verlegen en onrustig.

— Jij zei toch dat je het zonder mij niet zou overleven, — herinnerde hij zich plotseling, met een ongemakkelijke glimlach. — En kijk jou nou…

Anna glimlachte.

— Op de kolchoz, weet je nog, ben ik niet rot gegaan. Ik heb het gered. En drie kinderen grootgebracht.

Michail keek haar lang na. Een half jaar later kwam Andrej haar leven binnen. Een man die niet bang was voor luiers, die de kinderen voorlas en haar met een thermos thee kwam ophalen als ze moest overwerken. Hij beloofde geen sterren of luchtkastelen — hij was er gewoon. Elke dag.

En op een dag werd Anna wakker, keek naar haar drie slapende kinderen, naar de man naast haar — en besefte: ik ben thuis. In mijn leven. Echt. Niet perfect, maar gelukkig.