De maîtresse van mijn man en ik waren tegelijkertijd zwanger. Mijn schoonmoeder merkte koeltjes op: “Alleen degene die een zoon baart, mag in dit gezin blijven.” Ik scheidde onmiddellijk van hem. Zeven maanden later verraste de geboorte van het kind van de maîtresse iedereen…

Tijdens een familiebijeenkomst in hun voorouderlijk huis in Lucknow keek mijn schoonmoeder mij, en ook de andere vrouw – Shreya – kalm aan en zei, alsof ze een deal sloot:

“De vrouw die een zoon baart, blijft in dit huis. De andere kan vertrekken en voor zichzelf zorgen.”

Ik had het gevoel dat de grond onder mijn voeten wegzakte. In hun ogen was mijn waarde als echtgenote, als mens, gereduceerd tot één ding: het baren van een zoon.

Ik keek naar mijn man, Raghav, en wachtte – smeekte innerlijk – tot hij iets zou zeggen, wat dan ook.

Hij hield zijn ogen neergeslagen. Hij verdedigde me niet. Hij gaf geen kik.

Die nacht bleef ik – Ananya – wakker, starend naar het plafond, met één hand op mijn buik.

Toen begreep ik het heel duidelijk: of mijn kind nu een jongen of een meisje zou zijn, ik kon het niet opvoeden in een huis waar liefde voorwaardelijk was en waar de waarde van een vrouw werd afgemeten aan haar buik.

In de daaropvolgende dagen nam ik contact op met een advocaat en diende ik een scheidingsverzoek in.

Toen ik de documenten ondertekende bij de familierechtbank in Lucknow, stroomden de tranen over mijn wangen – maar daarachter schuilde een stille opluchting.

Wordt vervolgd op de volgende pagina.