De vrouw liep naar de kist van haar man en kiepte de emmer over zijn gezicht.
De nacht was angstaanjagend stil geweest. Laura Mitchell zat opgerold op de bank, een mok thee vasthoudend die allang koud was geworden. Haar man, Daniel, had zeven uur eerder thuis moeten zijn. Tegen middernacht, na tien onbeantwoorde telefoontjes, drukte de stilte op haar als een te zware last.
Om twee uur ‘s nachts ging haar telefoon eindelijk over. Maar het was niet Daniel.
‘Mevrouw Mitchell,’ klonk de stem van een agent, kalm maar afstandelijk. ‘We hebben de auto van uw man gevonden, die langs de rivier is verongelukt. Er is geen lichaam geborgen, maar alles wijst erop dat hij het niet heeft overleefd.’
