Een harde ontvangst
“Weer te laat,” zei mevrouw Grant zonder op te kijken. “Hoeveel herinneringen heb ik nog nodig? Neem je ouders morgen mee.”
“Maar ik…” begon Ethan.
‘Ik wil geen excuses horen,’ zei ze, terwijl haar pen nog steeds bewoog. ‘Ga zitten.’
Ethan zakte terug in zijn stoel, zijn wangen gloeiden, de herinnering aan zijn goede daad vervaagde als een geheim dat hij niet langer wist te bewaren.
De klap die het gesprek onderbrak.
Drie keer werd er op de deur geklopt. De directeur kwam binnen, gevolgd door de vrouw van Maple Street, haar ogen nog vochtig van de tranen maar nu sereen, haar zoon half in slaap tegen haar schouder.
“Neem me niet kwalijk dat ik stoor,” zei de directeur. “We hebben even een momentje nodig.”
De vrouw keek de kamer rond tot ze hem vond. ‘Hij is het,’ zei ze zachtjes. ‘Hij heeft mijn kind gered.’ Gemompel ging door de kamer; de potloden verstijfden.
De pen van mevrouw Grant stopte. “Ethan?” mompelde ze.
De directeur overhandigde hem een klein doosje met een lintje. “Voor zijn kalmte en uitzonderlijke medeleven,” kondigde hij met een glimlach aan. Binnenin zat een eenvoudige e-reader, met op de achterkant de volgende inscriptie: Voor Ethan – Omdat hij koos voor wat belangrijk is.
vervolg op de volgende pagina
