Perla’s moeder zit nog steeds op dat bed, hoewel de geur van snoep en shampoo allang uit haar trui is verdwenen. Ze heeft geleerd dat het verdriet van een natie vluchtig en oppervlakkig is, maar dat het verdriet van een moeder een immense, onbekende oceaan is. De posters zijn verdwenen, verloren gegaan aan de wind en de regen, maar het beeld van die scheve glimlach staat in het collectieve geheugen van de straten gegrift. De stilte is nu absoluut, een permanente bewoner van de steegjes en de parken. De buurt ging verder omdat het moest, maar het ging mank, voor altijd getekend door het interval van vijf seconden waarin een kind verloren ging en een wereld brak.
