“Ik kan er niet meer tegen, Grace! Ik ben uitgeput! Ze heeft overal sap gemorst en mijn blouse verpest. Waarom kan ze nou eens een keer luisteren?”
Zijn woorden waren niet gewelddadig, maar ze waren doordrenkt met een kilte die door de lucht sneed.
Graces stem trilde.
“Mevrouw, het was een ongeluk. Ze zag het glas niet…”
“Ik weet dat ze het niet gezien heeft!” riep Melissa geïrriteerd, terwijl ze heen en weer liep in de kamer. “Maar ik ben altijd degene die uiteindelijk moet opruimen!”
Lily kreunde zachtjes, haar knieën tegen haar borst gedrukt.
En dat zwakke geluid – nauwelijks meer dan een gefluister – was genoeg voor Samuel.
Hij stapte over de drempel.
Het scherpe geluid van haar hak op de marmeren vloer deed beide vrouwen zich omdraaien.
Melissa’s ogen werden groot. Ze werd bleek.
‘Sam…?’ mompelde ze. ‘Je bent vroeg thuisgekomen.’
Een vader treedt naar voren.
Samuel gaf geen antwoord.
Zijn blik was niet boos, maar erger nog. Hij was beheerst. Koud. Met een intensiteit die Melissa nog nooit eerder bij hem had gezien.
Hij liep langzaam naar Lily toe.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg hij met een zelfverzekerde stem, maar wel een stem waarin diepe wanhoop doorklonk.
Grace ging net genoeg opzij om hem te laten knielen.
Lily boog zich onmiddellijk naar hem toe en greep zijn mouw vast.
‘Het spijt me, pap,’ fluisterde ze. ‘Ik wist niet waar het glas was. Ik wilde niets breken.’
Samuel voelde iets in zich verharden, geen woede, maar helderheid.
‘Het is goed, mijn liefste,’ mompelde hij, terwijl hij zachtjes over haar haar streek. ‘Je hebt niets verkeerds gedaan.’
Melissa deed een stap naar voren en forceerde een glimlach die haar ogen niet helemaal bereikte.
“Sam, alsjeblieft. Je begrijpt alles verkeerd. Ik probeerde haar alleen maar te leren voorzichtiger te zijn. Dat is alles.”
Hij keek naar haar op.
vervolg op de volgende pagina
