Een serveerster gaf ooit twee uitgehongerde weeskinderen te eten. Zeventien jaar later stopt er tot ieders verbazing een zwarte Mercedes voor haar bescheiden, vervallen huis in een arbeiderswijk van Medellín.

En in een oogwenk nam ze haar besluit.

Maria liep rechtstreeks naar de voordeur en ging verder in de regen.

Ze hurkte neer voor de kinderen. “Hallo,” zei ze zachtjes. “Hoe heten jullie?”

De jongen aarzelde, wantrouwig. Het leven had hem geleerd dat volwassenen vaak synoniem waren met gevaar.

Ten slotte fluisterde hij: “Mijn naam is Alejandro. Dit is Sofia.”

Maria bekeek ze: ingevallen wangen, een bleke teint, de uitputting van kinderen die al te lang niet gegeten hadden.

“Wanneer heb je voor het laatst iets warms gegeten?”