— “Mijn dochter belde elke nacht, om twee of drie uur ‘s ochtends. Ik heb de gesprekslogboeken.”
De agent drukte een papier in mijn hand:
— “Tante, wilt u hier tekenen? We zullen de crematie stopzetten.”
Voordat er rivierrituelen konden plaatsvinden, werden beide lichamen verzegeld en naar het districtsziekenhuis van Barabanki gebracht voor autopsie, conform artikel 174 van het Wetboek van Strafrecht. De overledenen waren namelijk minder dan zeven jaar getrouwd en er waren aanwijzingen dat hen medische noodhulp was geweigerd.
Toen de ambulance met loeiende sirenes wegreed, verspreidde het gerucht zich als dorre bladeren door de buurt.
Ik zat op de trappen, de tranen stroomden over mijn wangen. Sri Shankar legde een trillende hand op mijn schouder:
— “Jij… het spijt me. Ik heb altijd gedacht dat we geen problemen met de schoonfamilie moesten zoeken…”
‘Dit is niet het moment voor excuses. Het is tijd om gerechtigheid te zoeken voor mijn dochter,’ zei ik, mijn stem ruw als schuurpapier.
