Al zijn instincten schreeuwden tegen Noah dat hij moest vertrekken.
Bemoei je er niet mee.
Zo beginnen de problemen.
Maar toen het meisje opkeek, herkende Noah de leegte in haar blik.
Die blik had hij al eerder gezien.
De blik van iemand die opgeeft.
‘Hé,’ zei hij zachtjes. ‘Gaat het goed met je?’
Het jonge meisje sprong.
” Wie ben je ? “
“Mijn naam is Noah. Wat doe je buiten?”
Ze slikte, haar stem nauwelijks hoorbaar.
“Mijn naam is Emma. Ik wilde de sneeuw zien. De deur sloot achter me. Ik ken de code niet.”
Ze snoof.
“Mijn vader is tot morgenochtend weg.”
Noah keek rond in het huis.
Alle ramen waren donker.
Een keuze met ernstige gevolgen.
Noah raadpleegde het oude digitale horloge dat hij weken eerder had gevonden.
22:18
De ochtend was nog ver weg.
En Emma had daar geen tijd voor.
Noah had kunnen vertrekken.
Zoek onderdak.
Bescherm jezelf.
Maar de woorden van zijn moeder kwamen hem weer voor de geest, zwaar en helder.
Laat dat je goede eigenschappen niet wegnemen.
Hij legde zijn handen op het bevroren rooster.
‘Blijf bij me,’ zei hij. ‘Ik kom eraan.’
Over de muur.
De poort was hoog en had scherpe metalen punten bovenop.
Noah was niet sterk, maar de honger had hem lichtvoetig gemaakt, en de straten hadden hem vindingrijk gemaakt.
Het metaal brandde aan zijn handen. Hij gleed een keer uit en schaafde zijn knie. Zijn hete bloed vermengde zich met de koude lucht.
Hij vervolgde.
Toen hij aan de andere kant landde, schoot er een felle pijn door zijn enkel, maar hij stopte niet.
Hij rende naar Emma toe.
Geleende warmte.
Van dichtbij trilde Emma minder.
Dat maakte hem bang.
Zonder erbij na te denken trok Noah zijn jas uit en sloeg die om haar heen.
