Maar Melissa reageerde niet met berouw. Integendeel, ze glimlachte spottend. Terwijl Angela sprak over de nachtmerries van haar zoon en haar moeilijkheden om een baan te vinden, boog Melissa zich naar haar advocaat, mompelde iets en liet een zacht lachje horen. Het geluid was net hard genoeg voor Angela om te horen. Er klonken geschokte kreten door de rechtszaal toen Melissa theatraal met haar ogen rolde en Angela’s trillende stem nabootsde.
Rechter Robert Hensley zag alles. Zijn blik verstrakte. Zijn jaren als rechter hadden hem gehard in de kunst van manipulatie, maar gebrek aan respect voor de families van de slachtoffers zou hij nooit tolereren.
Angela zakte in elkaar, niet in staat om verder te gaan. Ondertussen bleef Melissa sluw glimlachen en tikte ze nonchalant met haar verzorgde nagels op de verdedigingstafel, alsof de hele procedure een grap was.
De officier van justitie stond op. “Edele rechter, de staat wenst het gedrag van Melissa Carter tijdens deze zitting in de notulen vast te leggen als bewijs van haar gebrek aan berouw.”
Rechter Hensley boog zich voorover, zijn doordringende blik gericht op Melissa. “Mevrouw Carter, vindt u iets amusants aan deze procedure?”
Melissa haalde haar schouders op en glimlachte flauwtjes. “Ik denk gewoon dat mensen overdrijven. Het was niet zo erg. Niemand is overleden.”
De rechtszaal werd stil. De woorden bleven in de lucht hangen. De familie van het slachtoffer hapte naar adem van ongeloof.
Rechter Hensley sloeg met zijn hamer op de tafel. “Genoeg.” Zijn stem galmde door de rechtszaal. “U zult de slachtoffers niet bespotten in mijn rechtszaal.”
Melissa leunde achterover in haar stoel, alsof ze wilde zeggen: “Doe je best.”
Maar wat volgde, had ze echt niet verwacht.
Rechter Robert Hensley zette zijn bril af en legde die voorzichtig op het bureau voor zich. Zijn stem, kalm maar beheerst, straalde het gezag uit van decennialange ervaring op de rechterlijke bank. “Mevrouw Carter, deze rechtbank heeft talloze verdachten gezien. Sommigen erkennen hun fouten. Anderen worstelen om verantwoordelijkheid te nemen. Maar slechts weinigen durven de families te bespotten wier levens ze hebben verwoest. Wat u zojuist hebt gedaan is meer dan onacceptabel. Het is verwerpelijk.”
Melissa probeerde nog eens een spottende glimlach, maar de rechter was nog niet klaar.
“U beweert dat er niemand is overleden. Dat mag dan waar zijn, maar de wet meet kwaad niet alleen af aan het aantal doden. De emotionele wonden die u hebt toegebracht, zijn zeer reëel. U hebt een onschuldig persoon mishandeld voor geld. U hebt hem of haar de slaap ontnomen zonder medicatie. U hebt het gevoel van veiligheid van een gezin verbrijzeld. En nu staat u arrogant voor mij, de spot drijvend met degenen die door u lijden.”
De rechter zweeg even, waarna er een stilte viel. De zaal was verstijfd van schrik.
“Meneer de officier van justitie, wat is de maximale straf voor deze aanklachten?”
“Tien jaar, Edelheer.”
Melissa’s grijns verdween.
Rechter Hensley boog zich voorover. “Mevrouw Carter, u zult elke dag van deze straf uitzitten. Niet de minimumstraf, niet een proeftijd, niet een taakstraf. Tien jaar. Geen mogelijkheid tot vervroegde vrijlating. Deze rechtbank is van mening dat rehabilitatie nederigheid vereist, en u heeft daar geen blijk van gegeven.” Melissa’s advocaat fluisterde dringend tegen haar, maar de jonge vrouw bleef stokstijf staan, haar gezicht asgrauw.
“En laat ik daaraan toevoegen,” vervolgde rechter Hensley, “dat uw gedrag van vandaag de geschiedenis in zal gaan. Wanneer u uiteindelijk uit de gevangenis komt, zullen werkgevers, reclasseringscommissies en iedereen die uw moraliteit in twijfel trekt, de waarheid zien: u hebt de slachtoffers bespot in plaats van om vergeving te vragen.”
vervolg op de volgende pagina
