— Op een nieuw leven, — fluisterde ze tegen zichzelf.
Beneden sloeg de deur van een taxi dicht. Vitja laadde zijn koffer in, en uit de auto zwaaide een jonge blondine naar hem. Aljona. Marina had haar een paar keer bij het autosalon gezien — niets bijzonders. Gewoon jong.
Zinaida riep van beneden:
— Marinka! Ik breng je een taart! Met kool, zoals jij lekker vindt!
Marina glimlachte. Voor het eerst in maanden glimlachte ze oprecht. Op tafel lagen de scheidingspapieren, ernaast — de sleutelbos die Vitja had achtergelaten. Ze nam de sleutels in haar hand en woog ze even.
Morgen zou ze de sloten laten vervangen. En zich inschrijven voor dansles. En misschien naar de kapper — ze wilde al lang een boblijn.
Maar vandaag zou ze wijn drinken met Zinaida, taart eten en niet nadenken over wat er komen gaat. Want wat er komt — is leven. Haar leven. Zonder om te kijken naar iemand die haar heeft verraden.
De telefoon ging weer. Een onbekend nummer.
— Marina Sergejevna? U spreekt met de decaan van het medisch instituut. Uw dochter is voorgedragen voor een speciale beurs. Gefeliciteerd! Lenotsjka is onze trots!
Marina begon toch te huilen. Maar het waren goede tranen.
