Ten slotte liep hij naar de keuken, waar het personeel druk bezig was tussen de toonbanken.
“Neem me niet kwalijk,” zei Marcus tegen een ober. “Waar is Emma? De gastvrouw?”
De ober knipperde verbaasd met zijn ogen.
“Oh… mevrouw Hale? Ik denk dat ze in de oude servicekeuken is, achterin. Mevrouw Vanessa heeft haar gevraagd om de afwas te doen.”
Marcus voelde dat hij geen adem meer kreeg.
“Hij vroeg haar… om de afwas te doen?”
Het stuk dat het brak
De oude bijkeuken bevond zich achter het hoofdgebouw; het was een kleine, slecht verlichte ruimte die sinds de renovaties onveranderd was gebleven.
Marcus kwam binnen.
Wat hij zag, schokte hem tot in zijn diepste wezen.
Emma zat op een laag houten krukje, gekleed in een oude ochtendjas met opgerolde mouwen. Haar handen waren rood en gerimpeld van de zeep en het water. Een paar plukjes haar ontsnapten uit haar knot. Haar schouders hingen slap van vermoeidheid.
Op een gebarsten tafel voor haar lag haar avondeten.
vervolg op de volgende pagina
