— Ik zou kunnen proberen alles te veranderen.
— Te laat. Ik héb het al veranderd.
Hij stond op, liep weg, kwam terug:
— En als ik toch besluit? Als ik tegen mama zeg — genoeg? Geef je dan een kans?
Ze keek lang naar hem. Toen glimlachte ze.
— Ja. Maar alleen als je begrijpt: je gaat dan niet wonen met een vrouw die je moeder helpt, maar met een vrouw die een appartement heeft, een baan, vrijheid en trots. Kun je zo iemand aan?
Hij knikte — onzeker.
Ze sloot de deur. Lucht vulde haar borst. Niemand zou haar nog breken.
Een maand later vroeg ze de scheiding aan. Sergej kwam niet. Hij stuurde alleen de papieren en een briefje: “Je had gelijk. Vergeef me.”
Ze legde de documenten in een map, naast haar diploma. Als herinnering: ze kon het, ze durfde, ze redde zichzelf.
