Haar moeder snikte, maar er waren geen tranen. Alleen woede in haar ogen.
— Je krijgt er spijt van. Wij zijn je ouders.
— Jullie wáren mijn ouders, — zei Alina zacht. — Ooit, heel lang geleden. Maar nu zijn jullie gewoon vreemden die zijn gekomen om geld te vragen.
Ze bracht hen naar de deur. Haar ouders trokken hun jassen aan en stapten het trappenhuis in. Haar moeder draaide zich nog één keer om:
— Jij bent hard. Koud. We hebben zóveel voor je gedaan…
— Tot ziens, — Alina deed de deur dicht zonder haar uit te laten praten.
Met haar rug tegen de deur liet ze zich langzaam op de grond zakken. Haar handen trilden. Haar hart bonsde. Maar tegelijk kwam er een vreemd gevoel van bevrijding. Ze had eindelijk alles gezegd. Ze had niet geschreeuwd, niet voor hen gehuild, zich niet laten meeslepen door manipulatie.
Haar telefoon trilde. Een bericht van Liza: “Mam, mag ik nog een uurtje bij Nastja blijven? We kijken tekenfilms.”
Alina glimlachte door de opkomende tranen heen en typte terug: “Natuurlijk, zonnetje. Blijf zo lang je wilt. Ik hou van je.”
Haar dochter zal nooit weten hoe het voelt om je onbemind te voelen. Ze zal nooit voor een keuze komen te staan tussen haar en iemand anders. Alina had zichzelf jaren geleden een belofte gedaan, die nacht waarin ze de pasgeboren Liza in haar armen hield in een piepkleine ziekenhuiskamer, helemaal alleen. Ze zou een andere moeder zijn. Ze zou degene zijn die altijd voor haar kind zou kiezen.
En ze had die belofte gehouden.
Toen ze van de vloer opstond, liep Alina naar de keuken, goot de afgekoelde thee weg en begon de kopjes af te wassen. Het leven ging door. Háár leven, dat ze zelf had opgebouwd. De winkel draaide goed; volgende maand wilde ze een tweede openen. Liza groeide op, gelukkig en vol zelfvertrouwen. Ze hadden een appartement, stabiliteit, liefde.
Ze hadden niets meer nodig. En al helemaal geen mensen die alleen komen wanneer ze iets nodig hebben.
Die avond, toen Liza thuiskwam — verward haar en vrolijk — sloeg Alina haar stevig in haar armen.
— Mam, wat is er gebeurd? — vroeg het meisje verbaasd.
— Niets, — glimlachte Alina. — Ik hou gewoon heel veel van je.
— Ik ook van jou, — Liza gaf haar een kus op haar wang en rende naar haar kamer.
Alina keek haar na en wist dat ze de juiste keuze had gemaakt. Niet vandaag — die was al jaren geleden gemaakt, toen ze het ouderlijk huis verliet met twee tassen en de vastberadenheid om te overleven.
Ze had de keten doorbroken. Ze had hun fouten niet herhaald. En dat was de grootste overwinning van haar leven.
Haar ouders belden niet meer. Ze schreven niet. Ze probeerden geen contact te herstellen. Alina wist dat ze het niet zouden doen — ze had geweigerd hun geld te geven, en daarmee was ze voor hen nutteloos geworden. Maar het gekke was: het deed haar geen pijn. Die pijn had ze jaren geleden al geleefd, toen ze begreep dat ze niet voor haar hadden gekozen.
Nu bleef er alleen opluchting over. De deur naar het verleden was definitief gesloten, en voor haar lag de weg die ze zelf aanlegde. Met haar dochter. Met haar regels. Met haar liefde, die voor hen allebei genoeg was.
En dat was genoeg.
