’s Avonds probeerde Ilja zich zoals gewoonlijk te gedragen: hij vertelde iets over zijn werk, vroeg hoe haar dag was geweest. Maar zijn interesse was gespeeld. Anna antwoordde kortaf en keek hem niet aan; haar afstandelijke beleefdheid maakte hem veel banger dan een openlijke ruzie.
Later, toen ze in bed lagen, hield hij het niet meer uit.
— Anja, probeer me te begrijpen, het is mijn zus, — fluisterde hij in het donker. — Ik kan niet zomaar toekijken hoe ze op straat belandt. En mama doet het niet uit kwaadheid, ze maakt zich gewoon heel veel zorgen om Lenka.
— Ik begrijp alles, Ilja. We hebben het afgesproken: het probleem wordt opgelost. Zaterdagochtend nemen jullie de spullen mee voor de uitverkoop. Alles wat aan de rekken hangt, daar blijf ik af. Welterusten.
Ze draaide zich naar de muur, waarmee ze duidelijk maakte dat het gesprek voorbij was. Hij bleef liggen en staarde naar het plafond, met het onaangename gevoel dat hij iets had gemist — iets belangrijks in haar woorden niet had begrepen.
Zaterdagochtend begon met een enthousiasme dat Anna bij haar schoonmoeder al jaren niet had gezien. Precies om tien uur verschenen Valentina Borisovna en Ilja in het atelier, gewapend met grote geruite tassen.
— Nou, aan de slag dan maar, — zei haar schoonmoeder zakelijk terwijl ze haar mouwen opstroopte. — We moeten al deze rommel voor de middag naar buiten dragen.
Ze begonnen ruw de kleding van de hangers te trekken, verkreukelden het fijnste zijde, bleven met sluitingen haken in het tere kant. Voor hen waren het gewoon vodden.
— Zo, we moeten meteen prijzen bepalen, dan hoeven we later niet te rommelen, — commandeerde Valentina Borisovna.
Ze pakte een lichte zomerjurk van Indiase katoen met een fijne, complexe handgeborduurde rand langs de zoom — Anna had bijna een week aan dat borduurwerk gewerkt.
— Wat is dit, sits? — betastte haar schoonmoeder de stof minachtend. — Zo dun, één keer dragen en weggooien. Vijfhonderd roebel. Meer krijg je hier niet voor. Ilja, schrijf het op!
Ilja scheurde gehoorzaam een stuk papieren plakband af, krabbelde er “500 roebel” op en plakte het ruw op de stof.
Daarna was een jasje van dure Schotse tweed aan de beurt. Een ingewikkelde snit, een perfecte voering van natuurlijke zijde, vintage knopen.
