Michael zei niets. Hij hield haar alleen maar stevig vast, want geen woorden konden de kracht van de vrouw in zijn armen evenaren. Ze had geen medelijden nodig. Ze verdiende bewondering.
Vanaf dat moment wist hij het: hij was niet zomaar met een vrouw getrouwd, hij had de zeldzaamste schat gevonden.
Het leven daarna was niet eenvoudig. Emily had bij elke dagelijkse taak hulp nodig. Maar Michael klaagde nooit. Hij stond vroeg op om te koken, werkte lange uren op de bouwplaats en kwam dan thuis om haar te wassen, boeken met haar te lezen en te lachen om kleine dingen, zoals elk stel.
Een jaar later, dankzij regelmatige therapie en Michaels constante zorg, begonnen Emily’s benen te trillen en langzaam te reageren. De dag dat ze ze zelfstandig kon bewegen, barstte Michael in tranen uit. Voor het eerst in jaren geloofde hij weer in wonderen.
Hun verhaal verspreidde zich al snel online en raakte talloze harten. Maar Michael bleef bescheiden. Toen een journalist hem eens vroeg of hij er spijt van had dat hij zijn spaargeld had uitgegeven om met haar te trouwen, grinnikte hij zachtjes:
“Ik heb mijn geld niet uitgegeven om met een verlamde vrouw te trouwen. Ik heb het uitgegeven om iets van onschatbare waarde te verkrijgen: echt geluk.”
