Mijn buurvrouw bleef volhouden dat ze mijn dochter thuis zag tijdens schooluren—dus deed ik alsof ik naar mijn werk vertrok en verstopte ik me onder het bed. Minuten later hoorde ik meerdere voetstappen door de gang gaan.

Mijn naam is Olivia Carter, en ik geloofde altijd dat ik alles wist over mijn 13-jarige dochter, Lily. Na mijn scheiding, twee jaar geleden, waren het alleen nog maar wij tweeën in ons kleine huis in een rustige buitenwijk van Massachusetts. Ze was verantwoordelijk, slim, beleefd—maakte nooit problemen. Tenminste, dat dacht ik.
Op een donderdagochtend, toen ik met mijn werktas naar buiten stapte, zwaaide mijn bejaarde buurvrouw, mevrouw Greene, naar me.
‘Olivia,’ zei ze zacht, ‘spijbelt Lily alweer?’
Ik verstijfde.
‘Spijbelen? Nee… ze gaat elke dag.’
Mevrouw Greene fronste. ‘Maar ik zie haar altijd overdag thuiskomen. Soms met andere kinderen.’
Mijn hart zakte weg. ‘Dat kan niet kloppen,’ hield ik vol, terwijl ik een glimlach forceerde. ‘U vergist zich vast.’
Maar onderweg naar mijn werk wilde het onrustige gevoel niet uit mijn borst verdwijnen. Lily was de laatste tijd stiller geweest. At minder. Altijd moe. Ik had het afgedaan als stress door de middelbare school… maar wat als het iets anders was?
Die avond aan tafel leek ze normaal—beleefd, rustig, en ze verzekerde me dat school “prima” was. Toen ik herhaalde wat mevrouw Greene had gezegd, verstijfde Lily een fractie van een seconde, en daarna wuifde ze het weg met een lachje.
‘Ze heeft vast iemand anders gezien, mam. Ik ben op school, dat beloof ik.’
Maar ik zag dat er iets in haar trilde.
Ik probeerde te slapen, maar mijn gedachten bleven maar rondcirkelen. Wat als ze spijbelde? Wat als ze iets verborg? Iets gevaarlijks?
Tegen twee uur ’s nachts wist ik wat ik moest doen.
De volgende ochtend deed ik alsof alles normaal was.
‘Veel plezier op school vandaag,’ zei ik tegen haar toen ze om 7:30 de deur uit liep.
‘Jij ook, mam,’ zei ze zacht.
Vijftien minuten later stapte ik in mijn auto, reed een stukje verder, parkeerde achter een heg en liep stilletjes terug naar huis. Mijn hart bonkte bij elke stap. Ik glipte naar binnen, deed de deur op slot en ging meteen naar boven, naar Lily’s slaapkamer.
Haar kamer was brandschoon. Het bed strak opgemaakt. Het bureau keurig geordend.
Als ze stiekem thuiskwam, zou ze niet verwachten dat ik hier was.
Dus liet ik me op het tapijt zakken en kroop onder het bed.
Het was benauwd, stoffig en te donker om iets te zien behalve de onderkant van het matras. Mijn ademhaling klonk hard in die kleine ruimte. Ik zette mijn telefoon op stil en wachtte.
