Mijn dochter belde me onverwachts. “We vertrekken morgen. Het strandhuis is al verkocht.” Ik liet de stilte even vallen voordat ik antwoordde: “Maar je bent één detail vergeten.” Ze lachte ongemakkelijk. “Wat bedoel je?” Ik lachte ook, wetende dat morgen niets volgens plan zou verlopen.

Mijn dochter belde me onverwachts en zei kortaf: “We vertrekken morgen. Het strandhuis is al verkocht. Tot ziens.”

Ik zweeg even en antwoordde toen kalm: “Er is maar één ding dat je bent vergeten.”

Ze lachte ongemakkelijk. “Waar heb je het over?”

Ik lachte ook, hardop. Want op dat moment begreep ik dat te snel handelen je alles kan kosten.

Het was een hete augustusmiddag toen ze belde. Ik zat, zoals zo vaak, op het terras naar de horizon van de zee te staren. Haar stem klonk gehaast, bijna triomfantelijk.

“We vertrekken morgen,” herhaalde ze. “Je strandhuis is verkocht. Dat is alles.”

Ik ging niet in discussie. Ik vroeg haar niet hoe ze het gedaan had of wie de koper was. Ik liet de stilte net lang genoeg duren zodat ze dacht dat ze me had verbijsterd.

“Behalve dat je één detail bent vergeten,” zei ik uiteindelijk.

Ze lachte opnieuw, maar deze keer klonk haar lach nep. “Mam, waar heb je het over?”

Op dat moment lachte ik, niet uit boosheid, maar door een plotseling inzicht. Ik begreep toen dat haast ons vaak belet de waarheid te zien.

vervolg op de volgende pagina