Toen de deur achter hem dichtviel, was de stilte anders: licht, vredig, volkomen. Niet de lege stilte die ik eerder had gekend, maar de kalmte die na de storm volgt.
Zittend bij het raam voelde ik mijn handen stevig op de grond staan. Mijn borst werd niet langer beklemd door verdriet. Integendeel, ik voelde opluchting.
Het appartement weerspiegelde de veranderingen die ik had aangebracht: verse planten, een lichtere inrichting, een open ruimte. Het was eindelijk van mij. Het was een weerspiegeling van wie ik was.
Het gewicht dat ik was kwijtgeraakt was niet alleen fysiek. Het was emotioneel. Mentaal. Relationeel. Me losmaken van Mark was alsof ik mezelf bevrijdde van een last die ik jarenlang met me meedroeg zonder het te beseffen.
Die avond bereidde ik een gerecht dat hij altijd bekritiseerde. Ik schonk mezelf een glas wijn in en genoot van elke hap, niet uit schuldgevoel of berekening, maar puur van het plezier.
Later liep ik onder een hemel met oranje tinten, elke stap bracht me dichter bij een leven dat ik aan het opbouwen was volgens mijn eigen regels.
Voordat ik naar bed ging, opende ik mijn dagboek en schreef een zin:
vervolg op de volgende pagina
