Skip to content
Acht jaar lang dacht ik dat ik in een ‘rustig’ huwelijk zat: geen grote liefdesverklaringen, gewoon geruststellende routines, pannenkoeken op zondag en half afgekeken tv-series. Toen greep Julien op een avond zijn kussen en kondigde, enigszins beschaamd, aan dat hij in de logeerkamer zou slapen omdat ik snurkte ‘als een bladblazer’. Ik lachte, ik nam het luchtig op. Maar het kussen kwam nooit meer terug. En beetje bij beetje brak er iets in me, zonder dat ik nog begreep wat.