“Iedereen maakt fouten. Misschien heeft hij spijt.”
Ik glimlachte, maar vanbinnen dacht ik: “Dat geloof ik niet.”
Het Onverwachte Bezoek
Twee jaar later, op een regenachtige middag, kwam David thuis met een serieuze blik.
“Mama,” zei hij, “ik ga opa opzoeken.”
Ik wilde hem tegenhouden, maar hij was vastbesloten.
Hij had zijn grootvader opgespoord via een kennis van vroeger.
Tegen de avond kreeg ik een berichtje:
“Hij heeft me herkend, mama.”
Mijn hart sloeg over. Ik wist niet wat ik moest voelen — angst, hoop, verdriet?
Later vertelde David dat mijn vader eerst verstijfd was toen hij zijn naam noemde.
“Ik ben de kleinzoon van de vrouw die je hebt weggestuurd,” had hij gezegd.
En toen, na een lange stilte, had mijn vader hem in zijn armen gesloten en gehuild.
Vergeving
Een week later kreeg ik een brief.
Niet van mijn zoon, maar van mijn vader.
Zijn handschrift was bibberig, maar de woorden helder:
“Lieve Anna,
Ik heb te laat begrepen wat liefde werkelijk betekent.
Ik dacht dat ik je beschermde, maar ik verloor je.
Toen ik David zag, zag ik jou – dezelfde ogen, dezelfde kracht.
Vergeef me als het nog kan.”
Ik las de brief tientallen keren. En op een dag besloot ik dat het tijd was.
Tijd om los te laten. Tijd om mijn vader opnieuw te leren kennen — niet als de man die me wegstuurde,
maar als de man die eindelijk begreep wat hij verloren had.
De Hereniging
Toen ik hem weer zag, was hij ouder, breekbaar, maar met een blik vol spijt.
We zeiden niet veel. Soms zijn woorden overbodig.
Hij pakte mijn hand en fluisterde:
“Ik ben trots op je, meisje.”
Op dat moment voelde ik de pijn van al die jaren verdwijnen.
