“Zo is het makkelijker, pap. Je weet hoe gehecht zijn familie is aan tradities. Ze hebben zo hun eigen gewoontes.”
Zijn stem werd bij elk woord zwakker, alsof hij kleiner werd.
Ik keek even rond in de woonkamer: de zijden gordijnen die ik had gekocht toen Isabella klaagde over het gebrek aan privacy. De parketvloer, het resultaat van mijn tweede hypotheek. De sierlijsten die mijn budget hadden uitgeput.
In elke hoek van dit huis droeg ik mijn stempel – mijn opoffering, mijn liefde voor mijn zoon.
‘Hun gewoonten,’ zei ik langzaam. ‘En welke gewoonten, Michael?’
Hij deinsde achteruit.
“Papa, maak het alsjeblieft niet onnodig ingewikkeld.”
Door de doorgang naar de keuken zag ik Isabella’s nieuwe KitchenAid-keukenmixer – het professionele model waar ze op had gestaan tijdens haar bakwoede rond de feestdagen, die precies drie weken had geduurd. Tweeduizend dollar van mijn geld, daar recht voor mijn neus, waarschijnlijk twee keer uitgegeven sinds oktober.
“Waar ga ik Kerstmis dan doorbrengen?” De vraag kwam er lager uit dan ik bedoelde.
Michaels gezicht betrok.
“Misschien zou je… ik weet het niet… misschien even bij tante Rosa langs kunnen gaan. Of we zouden volgend weekend iets leuks kunnen doen.”
Volgend weekend.
Alsof Kerstmis slechts een afspraak was die naar believen kon worden uitgesteld.
Ik stond op, mijn knieën deden pijn na acht jaar deze last alleen te hebben gedragen.
” Ik zie. “
“Papa, wacht even…”
Maar ik was al op weg naar de deur, langs de familiefoto’s waar mijn gezicht bij elke foto kleiner leek te worden, langs de kledingkast met Isabella’s duizend jassen.
Mijn hand voelde de deurklink aan, stevig en koud onder mijn handpalm.
“Mijn zoon,” zei ik zonder me om te draaien, “geef Isabella’s ouders de groeten van mij.”
‘Wat?’ vroeg hij met een gespannen stem.
“Feliz Navidad.”
De koude decemberlucht sloeg me in het gezicht toen ik naar mijn vrachtwagen liep.
Achter me hoorde ik Michael mijn naam een keer roepen, gevolgd door het zachte klikken van de autodeur die dichtging.
Definitief.
Absoluut.
Ik zat even achter het stuur, met de motor uit, en keek naar de kerstlichtjes die fonkelden in de ramen van huizen waar ik nooit welkom zou zijn.
Mijn telefoon trilde – waarschijnlijk Michael, die de boel wilde rechtzetten met loze beloftes en schuldgevoel.
Ik heb niet geantwoord.
vervolg op de volgende pagina
