Mijn zus kreeg een Rolls-Royce voor Kerstmis, ik kreeg twee dollar… Die nacht verdween ik om 2 uur ‘s nachts en ben nooit meer teruggekomen…

In eerste instantie zag ik alleen de weerkaatsing van de ochtendzon op het metaal. Toen de deur openging, zag ik het duidelijk. Het was niet de oude minivan. Het was niet de sedan van mijn moeder. Het was een Rolls-Royce. Niet zomaar een Rolls-Royce. Een glimmende, monsterlijk grote, champagnezilveren Rolls-Royce met een exorbitant prijskaartje. Het leek minder op een auto en meer op een rekwisiet uit een rapvideo.

Een oversized, bijna cartooneske rode vlinderdas zat vastgeplakt aan de motorkap. De stilte duurde slechts een seconde. Aan de overkant van de straat zag ik het gordijn van meneer Henderson wapperen. Twee huizen verderop stopten de Wilsons, die hun auto aan het inladen waren, abrupt en staarden ons aan. Een van hen, ik denk de zoon, haalde zijn telefoon tevoorschijn en begon ons te filmen. Lily slaakte een gilletje.

Een doordringende, theatrale gil verbrak de ochtendrust. “Nee, dat heb je niet gedaan.” Ze liet haar hand zakken.