Moeder Loring barstte in tranen uit. “Ik dacht dat ik je nooit meer zou terugzien…”

Zijn assistent… in de VIP-lounge?!

Ze sprong op en rende naar binnen.

“Pardon! Wat is er aan de hand? Moeder! Waarom bent u binnengekomen? Ik had u gezegd buiten te blijven!”

Marco draaide zich naar Stella om, zijn blik koud en doordringend.

“Mevrouw, kent u haar?”

“Ja! Dat is mijn assistente! Ze is een schande voor de klanten!”

“Mevrouw,” zei Marco met een krachtige en heldere stem, “het is dankzij deze vrouw dat ik vandaag nog leef. Toen ik honger had en niets te besteden had, gaf ze me te eten.”

Een doodse stilte daalde neer over het restaurant.

“Hier in Casa D’Oro,” voegde Marco eraan toe, “is geen plaats voor de armen. De VIP-lounge is gereserveerd voor mensen met een groot hart. Nanay Loring verdient het.”

Hij bekeek Stella van top tot teen.

“Zelfs als je rijk bent, ben je het niet waard om aan deze tafel te zitten.” Hij wendde zich tot Nanay Loring.

“Mam, eet eerst. Dan neem ik je mee naar het platteland. Ik geef je geld, zodat je niet langer de slaaf bent van respectloze mensen.”

Nanay Loring barstte in tranen uit toen ze langzaam de biefstuk sneed.

Mevrouw Stella was op haar beurt rood van schaamte. Ze maakte haar maaltijd niet af. Ze betaalde haastig en vertrok – en op dat moment was zij degene die buiten bleef staan, terwijl haar dienstmeid, die ze ooit had veracht, als een lid van de familie werd behandeld.

Vijf dagen later,

Moeder Loring keerde terug naar de provincie – niet langer als dienstmeisje, maar als eigenaresse van een kleine cafetaria genaamd “Kay Nanay”.

Er werden dagelijks gratis maaltijden verstrekt aan hongerige kinderen.

Aan de muur hing een foto van een vies kind en een lachende oude vrouw.

En telkens wanneer haar werd gevraagd waarom ze ondanks de moeilijkheden toch hielp, had Moeder Loring maar één antwoord:

“Want op een dag gaf ik een kind te eten… en dat kind veranderde mijn lot.”

vervolg op de volgende pagina