Na de dood van mijn man heb ik zijn stiefzoon het huis uitgezet. Tien jaar later kwam er een waarheid aan het licht die mijn hele leven bijna verwoestte.

Uitsluitend ter illustratie.

“Ik haat je niet.
Als je me niet had weggeduwd…
was ik misschien niet geworden wie ik nu ben.”

Hij gaf me de envelop. Daarin zat een exemplaar van Meera’s dagboek.
Met een wankel handschrift had ze geschreven:

“Mocht je dit ooit lezen, vergeef me alsjeblieft.
Ik was doodsbang.
Ik ben bang dat je alleen van me houdt vanwege het kind.
Maar Arjun is onze zoon.
Ik wilde het je al vertellen vanaf het moment dat ik wist dat ik zwanger was.
Maar je wist het niet zeker. En ik was bang.
Ik hoopte dat als je echt van hem hield, de feiten er niet toe zouden doen.”

Ik huilde.

In stilte.
Omdat ik als echtgenoot had gefaald. Als vader.
En nu… had ik niets meer over.

Ik heb geprobeerd de zaken recht te zetten, maar dat was niet makkelijk.

In de weken die volgden, nam ik contact op met Arjun.
Ik stuurde hem een ​​berichtje. Hij wachtte buiten zijn galerie. Niet om vergiffenis te vragen, maar om in de buurt te zijn.

Maar Arjun had me niet meer nodig.

Op een dag stemde hij ermee in om af te spreken.
Zijn stem was vriendelijk maar vastberaden.

“Je hoeft geen boete te doen.
Ik neem het je niet kwalijk.
Maar ik heb geen vader nodig.

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie