Na de dood van mijn man nam mijn schoonmoeder ons huis en de 33 miljoen dollar die we samen hadden gespaard in beslag. ‘Je staat er helemaal alleen voor’, zei ze. ‘Mijn zoon is er niet meer om je te beschermen.’ Ik zweeg… totdat de advocaat een dossier opende waaruit bleek dat haar wreedheid de duurste fout van haar leven was geweest.

Ik wist dat James succes had. Zijn vastgoedbedrijf had zelfs tijdens economische crises gefloreerd, maar ik had me nooit de omvang van zijn fortuin kunnen voorstellen. We hadden een comfortabel leven geleid, zonder overdaad. We hadden bescheiden gereisd. Onze beslissingen werden geleid door tevredenheid in plaats van luxe.

Was ik naïef geweest? Of had James de omvang van zijn fortuin opzettelijk voor me verborgen gehouden?

“Je hebt tot zondag de tijd om je persoonlijke bezittingen op te halen,” vervolgde Eleanor met een autoritaire stem, alsof ze gewend was orders te ontvangen. “Ik laat de sloten maandagochtend vervangen.”

“Eleanor, alsjeblieft.” Die woorden lieten een bittere smaak in mijn mond achter. “James en ik waren vijftien jaar getrouwd. Wat je ook van me vindt…”

‘Wat ik van je denk,’ onderbrak ze hem, ‘is dat je een praktische verzorger was die mijn stervende zoon gezelschap hield in zijn laatste jaren. Niets meer. En nu hij er niet meer is, zijn je diensten niet langer nodig.’

Ze legde de papieren terug in de map, elke beweging nauwkeurig en vastberaden.

“Ik ben genereus door jullie tot zondag de tijd te geven. Neem je kleren, je snuisterijen, al die ellendige herinneringen die je hebt verzameld, en zoek een andere plek om te sterven. Want mijn zoon is er niet meer om jullie te beschermen.”

De voordeur sloeg met de bruutheid van een vonnis dicht.