’s Ochtends werd Dima helemaal nat wakker. Hij had in bed geplast. Sergej zag het natte deken en bleef staan.
— Dim, je bent al acht jaar!
— Ik deed het niet expres.
— Hoe bedoel je niet expres? Je bent toch een grote jongen!
— Ik wilde het niet! Ik werd wakker en het was al nat!
De jongen barstte in luid huilen uit. Sergej krabde aan zijn achterhoofd en zuchtte. Nou ja, dit ook nog. Hij haalde het deken weg en gooide het in een teil in de badkamer. Hij gaf Dima een schoon T-shirt en een broek.
— Schiet op met aankleden. We komen zo te laat op school.
Ze gingen om half acht de deur uit. Sergej hield zijn zoon stevig bij de hand. Op school liep Dima langzaam en keek om zich heen. Bij de ingang bleef hij abrupt staan.
— Pap, komt mama me vandaag ophalen?
— Nee. Dat heb ik je gisteren al gezegd, je woont nu bij mij.
— Wanneer zie ik haar dan weer?
— Dat weet ik niet precies. Later, een keer.
— Wanneer is dat later?
— Dima, hou nou op met zeuren. Ga naar school.
De jongen schrok en liep langzaam naar de deuren. Sergej bleef bij de ingang staan en stak een sigaret op. Daarna reed hij door naar kantoor.
’s Avonds haalde hij Dima van school. De juf, Maria Petrovna, hield hem bij het klaslokaal tegen.
— Sergej Vladimirovitsj, mag ik u even spreken?
— Ja, natuurlijk. Wat is er gebeurd?
— Dima had vandaag grote problemen. Hij heeft de hele dag gezwegen, antwoordde nergens op in de les. In de kantine heeft hij niets van zijn lunch gegeten. En nog iets… hij huilde tijdens de grote pauze, in een hoekje.
— Ik begrijp het. Dank u wel. Ik zal thuis met hem praten.
Ze liepen samen de school uit. Dima liep zwijgend naast hem, met zijn hoofd naar beneden.
— Wat is er op school gebeurd?
— Niets.
— De juf zei dat je daar hebt gehuild.
— Ik heb niet gehuild.
— Dima, lieg niet tegen me.
— Ik lieg niet!
— Wat is er dan gebeurd?
— Laat me met rust!
De jongen rukte zich los en rende vooruit over het trottoir. Sergej haalde hem snel in en greep hem bij de capuchon van zijn jas.
— Blijf staan. Waar ren je naartoe?
— Laat me los!
— Ik laat je niet los. Eerst zeg je wat er met je aan de hand is.
— Ik wil naar mijn mama!
Dima barstte in snikken uit. Sergej raakte volledig in de war. Wat moest hij nu doen? Hoe kon hij hem kalmeren? Hij ging voor zijn zoon door zijn knieën en pakte hem met beide handen bij de schouders.
— Dim, luister naar me. Je mama… ze heeft het heel druk met haar werk. Ze heeft geen tijd om voor je te zorgen.
— Dat is niet waar! Ze was altijd bij me thuis!
— Nou… nu is alles anders.
— Waarom is het anders?
— Omdat wij, de volwassenen, dat zo hebben besloten.
— Ik wil zo niet leven!
— Dima, genoeg nu. Laten we naar huis gaan.
