— En wat moet ik nu doen?
— Praat rustig met hem. Probeer kalm te achterhalen wat hem zo dwarszit.
De arts verliet het appartement. Sergej ging naast Dima op de bank zitten.
— Vertel eens. Wat doet precies pijn?
— Dat weet ik niet.
— Hoe bedoel je, dat weet je niet?
— Alles doet pijn.
— Waar precies?
— Vanbinnen. Overal.
Sergej zuchtte zwaar. Toen pakte hij zijn telefoon en belde zijn moeder. Ongeveer een uur later kwam ze langs. Ze kwam het appartement binnen en keek lange tijd naar Dima…
— Serjozja, wat ben je in hemelsnaam met dat kind aan het doen?
— Wat doe ík?
— Dat kind kwijnt hier gewoon weg. Kijk toch eens goed naar hem.
— Ik doe mijn best!
— Doe dan je best op de juiste manier. Hij wil terug naar zijn moeder.
— Mam, begin hier niet weer over.
— Ik begin nergens aan. Ik zeg je gewoon de waarheid. Je hebt hem uit pure koppigheid bij haar weggehaald en nu weet je zelf niet eens wat je met hem aan moet.
— Ik heb hem niet uit koppigheid weggehaald!
— Juist wel. Uit koppigheid en uit woede. Je was boos op Lena en besloot haar via je zoon pijn te doen.
— Dat is helemaal niet waar!
— Dat is wél waar. Serjozja, je bent een volwassen man. Denk eens na. Dima lijdt elke dag. Het gaat echt slecht met hem. En wat doe jij? Je probeert aan iedereen te bewijzen dat jij gelijk hebt?
Sergej zei niets. Daarna ging hij het balkon op om te roken. Met trillende handen stak hij een sigaret op. Zware gedachten draaiden rond in zijn hoofd. Had zijn moeder gelijk? Misschien had ze wel volledig gelijk. Had hij Dima echt alleen uit woede meegenomen? Om Lena pijn te doen? Om haar eindelijk te laten voelen hoe gekwetst hij zich voelde?
’s Avonds ging zijn moeder naar huis. Dima lag bewegingsloos op de bank. Sergej liep naar hem toe en ging voorzichtig naast hem zitten.
— Dim, luister eens. Wil je morgen naar mama toe?
De jongen hief abrupt zijn hoofd en keek zijn vader aan.
— Echt? Mag dat?
— Echt. Morgenochtend gaan we naar haar toe.
— Je liegt echt niet?
— Nee. Ik lieg niet.
Dima omhelsde zijn vader meteen stevig. Sergej streek langzaam door zijn haar. Vanbinnen deed alles pijn.
De volgende dag reden ze met de auto naar Lena. Ze woonde twee wijken verderop. Sergej stopte de auto bij haar flat.
Dima sprong eruit en rende meteen naar de deur. Sergej liep heel langzaam achter hem aan. Lena deed snel open. Dima rende recht op haar af. Ze tilde hem op en drukte hem stevig tegen zich aan. Ze barstte luid in tranen uit. De jongen huilde net zo hard.
