Op onze huwelijksnacht, toen ik het lichaam van mijn vrouw daar zag liggen, beefde ik – en op dat moment begreep ik eindelijk waarom haar familie me een villa aan het meer had gegeven.

Haar woorden bezorgden me rillingen over mijn lijf. Ik probeerde iets te zeggen, maar de woorden schoten tekort. Ze vervolgde:

“Ik ben niet met je getrouwd om hem te gehoorzamen, Marco. Ik ben met je getrouwd omdat ik geloofde dat je onvoorwaardelijk van me zou houden. Maar nu… ben ik daar niet meer zo zeker van.”

De wind deed haar zwarte haar wapperen. Ik liep naar haar toe en nam haar in mijn armen, maar haar lichaam bleef stijf.

Wekenlang probeerde ik te doen alsof er niets gebeurd was.

Ik accepteerde de contracten die zijn vader me aanbood bij zijn ontwerpbureau, ik ging naar diners en ik lachte naar fotografen.

Maar er was iets in mij gebroken.

Elke keer dat ik Clara zag, zag ik ook het litteken, een symbool van gekochte liefde, van stil verraad.

Op een dag, terwijl ik in het kantoor van zijn vader wat plannen doornam, vond ik een dossier met zijn naam erop.

Binnenin bevonden zich medische rapporten, diagnoses en een brief ondertekend door Vannini:

“Interventie goedgekeurd. Reden: vermogensbeheer.”

Ik voelde me misselijk.

Die avond sprak ik mijn stiefvader aan. Hij zat in zijn werkplaats, met een glas whisky in zijn hand, bij het vuur.

‘Je hebt het leven van je dochter verpest,’ zei ik tegen hem. De man keek me onverschillig aan.

‘Nee, jongen. Ik heb haar gered. Denk je dat de wereld haar zou hebben vergeven dat ze mijn erfgenaam was? Ik heb haar verlost van een last die jij nooit zult begrijpen.’

“Ik heb haar keuzevrijheid afgenomen.”

‘En wat heb je gedaan?’ antwoordde hij met een bittere glimlach. ‘Je hebt mijn geld aangenomen voordat je de waarheid wist. Nu leven we allebei van mijn zonde.’

Ik vertrok zonder te antwoorden. Clara kwam die avond niet thuis.

De politie vond zijn auto drie dagen later bij het meer.

Binnenin bevonden zich zijn bezittingen…