Toen ik acht maanden zwanger was, schreeuwde mijn schoonmoeder tegen me: “Je hebt mijn kind gestolen!” Voordat ik kon reageren, greep mijn schoonzus me bij mijn nek en duwde me.

Lars huilde stilletjes terwijl hij onze zoon in zijn armen hield. Maar dit waren geen tranen van simpel geluk.

Die tranen verborgen iets duisters.

Iets wat hij aan het voorbereiden was.

Diezelfde nacht, terwijl ik onder invloed van kalmeringsmiddelen in slaap viel, verliet Lars het ziekenhuis. Maar hij ging niet naar huis.

Hij ging naar het politiebureau.

Daar diende hij een klacht in tegen Greta en Eliza wegens fysieke mishandeling, poging tot aantasting van de vruchtbaarheid en poging tot dwang.

Maar daar bleef het niet bij.

Hij verzocht om een ​​contactverbod.

En hij overhandigde de opnames.

Opnames waarvan ik het bestaan ​​totaal niet kende.

Oude gesprekken. Beledigingen.