In de kamer heerste schemerduister; alleen het gedempte licht van de straatlantaarns viel naar binnen. Maar zelfs bij dat zwakke licht was duidelijk te zien hoe zijn gezicht verbleekte.
— Wat… wat doe je, Ksjusj? — fluisterde hij hakkelend, bang om zich te bewegen.
— Stil maar, lieverd, maak je niet druk, — zei Ksjusja terwijl ze naast hem lag, haar lichaam tegen het zijne gedrukt. Haar stem klonk rustig, bijna liefdevol. — Ik wil je gewoon iets voorstellen.
— Ksjusj, ik begrijp niet wat hier gebeurt…
Ze bracht haar lippen naar zijn oor en sprak zacht, maar heel duidelijk:
— Eén klik… en ik laat je naar je Katja gaan. Zonder schandalen, zonder hysterische scènes, zonder verwijten. Wil je dat?
Lesja bleef roerloos liggen, en Ksjusja zag hoe snel de ader op zijn slaap klopte.
Hij slikte moeilijk.
— Die Katja kan de pot op! Ik ben alleen van jou! — fluisterde hij bijna onhoorbaar. — En ja… ik heb het begrepen.
Een tel later haalde Ksjusja het gereedschap onder het dekbed vandaan en schoof het terug onder het bed.
Ze draaide zich op haar andere zij en zei kalm:
— Welterusten, schat.
Maar hij antwoordde niet. Lesja bleef roerloos liggen, beseffend wat er net tussen hen was gebeurd.
