Inna begon te huilen.
— Huil je weer, lieve gek? — lachte haar man. — Je bent blij, hè?
De telefoon ging. Haar dochter.
— Mama, papa, kunnen jullie komen? We hebben hulp nodig.
— Is de kraan weer stuk? Of zijn jullie overstroomd?
— We moeten een kinderbedje in elkaar zetten. Bel niet aan, kom gewoon binnen met de sleutel.
— We komen eraan.
Ze stapten in hun oude Volga en vertrokken.
Het appartement van hun dochter was spic en span. Uit de keuken kwam een heerlijke geur. Inna en haar man deden hun jassen uit, trokken hun pantoffels aan.
— Was jullie handen, ga zitten — riep hun dochter. — Ik kom eraan!
Ze gingen op de bank zitten en zetten het nieuws aan. Haar man stootte haar met zijn elleboog aan.
Ze keek op. In de deuropening stond Dima, haar schoonzoon. In zijn armen hield hij twee kindjes. In bekende kleertjes, met diezelfde gebreide slofjes.
Het jongetje hield een stukje appel vast. Het meisje, met vuile wangetjes, probeerde het van hem af te pakken. Dima glimlachte.
— Ik weet niet goed hoe ik het moet zeggen… maar jullie zijn nu grootouders. We hebben niets eerder gezegd, we wilden wachten tot het zeker was. En nu is het zover. Zhanna kookt pap.

Zhanna kwam de keuken uit gerend.
— Mama, papa, dit zijn Tanja en Wolla. Ik zag hen op de website “Kinderen wachten”. Een tweeling, net als ik en mijn broer. Ze droegen de slofjes die jij ooit voor mij breide. Ik liet de foto aan Dima zien, en hij zei: we nemen ze.
Dima zette de kinderen op de vloer. Ze liepen naar Inna toe en strekten hun armpjes uit: “Mama! Mama!”
Inna omhelsde hen, gaf een kus en veegde haar tranen weg.
— Niet mama… oma. O-ma!
En weer: “Oma, oma…”
Haar man lachte:
— Huil je weer? Kom, laten we meer wol gaan kopen!
