Op weg naar het station zwegen ze. Pavel hield Olga’s hand vast; beiden waren verzonken in hun gedachten. Voor hen lag een reis van twaalf uur, een nieuwe stad, een nieuw leven. Eng en spannend tegelijk.
— Weet je, — zei Olga toen de trein begon te rijden, — misschien is dit een teken. Dat we het juiste doen door te vertrekken. Als Alina eerder was gekomen, hadden we misschien getwijfeld.
— Misschien wel. Hoewel ik medelijden met haar heb. Met een kind, zonder geld.
— Ze redden zich wel. Alina is taai, ze komt erdoorheen.
Het landschap buiten veranderde in de buitenwijken van Moskou. Moskou bleef achter — met al zijn problemen, drukte en familie. Voor hen lagen de zee, een nieuwe baan en nieuwe kansen.
Pavels telefoon ging. Een bericht van Alina: “We zijn goed aangekomen. Schoonmoeder heeft ons ontvangen. Ze belooft te helpen met een plek voor Stjopka in de kleuterschool. Dank voor alles. Wees gelukkig.”
Pavel liet het bericht aan Olga zien. Ze glimlachte:
— Zie je wel, alles valt op zijn plek.
— Ja. Weet je, ik ben blij dat we vertrekken. We beginnen met een schone lei.
— Zonder onverwachte familiebezoekjes?
— Ook dat, — lachte Pavel.
De trein versnelde en nam hen mee naar een nieuw leven. Achter hen bleven het verkochte appartement, de hectische ochtend, Alina’s tranen. Voor hen lag Krasnodar — een stad waar niemand hen kende, waar ze hun leven konden opbouwen zoals zij dat wilden.
Olga sloot haar ogen en stelde zich de zee voor, twintig minuten rijden van hun nieuwe huis. Ze zag voor zich hoe zij en Pavel langs de boulevard zouden wandelen, zonsopgangen bekijken, plannen maken. Zonder rekening te hoeven houden met familie, zonder andermans problemen op te lossen.
