
Ze zette me eruit om haar dochter een plezier te doen, maar toen ze later terugkwam om de huur te eisen, veegde mijn reactie haar zelfvoldane glimlach weg en onthulde haar ware aard.
Een week later ging mijn telefoon.
Linda.
‘Emily,’ zei ze kortaf, zonder haar zelfs maar te begroeten, ‘waarom heb je de huur van deze maand nog niet betaald? De hypotheekbetaling moet ook nog komen.’
Ik moest bijna lachen. “Huur? Linda, ik woon hier niet meer. Jij hebt me eruit gezet.”
Heathers stem schreeuwde op de achtergrond: “Ze moet nog steeds betalen! Ze heeft het beloofd! Ze is ons geld schuldig!”
Toen werd alles duidelijk.
‘Nee,’ zei ik kalm. ‘Ik ben je niets verschuldigd. Geen huur. Geen hulp. Geen geld. Niets.’
“Je kunt ons niet zomaar in de steek laten!” riep Linda uit.
‘Dat heb ik al gedaan,’ antwoordde ik.
De stilte aan de andere kant van de lijn was ijzig.
Twee dagen later keerde Mark naar huis terug.
Toen ik hem ophaalde van het vliegveld, begreep hij meteen, zodra hij me zag, dat er iets niet klopte. Eenmaal in de auto kwam de waarheid aan het licht: Linda’s ultimatum, Heathers glimlach en de manier waarop ik met amper een uur waarschuwing was weggestuurd.
Mark onderbrak hen niet. Hij verontschuldigde zich niet. Zijn kaken spanden zich aan, zijn handen klemden zich vast aan de veiligheidsgordel.
‘Ze hebben mijn vrouw uit mijn eigen ouderlijk huis gezet,’ zei hij zachtjes, ‘en toen eisten ze ook nog huur?’
“Ja.”
Hij ademde langzaam uit. “Ik bel haar. Nu.”
We stopten bij een benzinestation. Hij stapte uit en belde zijn moeder met een koele, kalme stem. Ik hoorde alles.
vervolg op de volgende pagina