UITSLUITEND TER ILLUSTRATIE.
Mark en ik hebben tot diep in de nacht gepraat. Uiteindelijk kozen we voor mededogen, maar wel met grenzen.
We kregen hulp via de sociale diensten. Tijdelijke huisvesting. Hulp bij het vinden van werk. Geen geld. Geen verhuizing. Geen terugval in de oude cyclus.
Toen, op een zaterdagmorgen, stond Linda ineens voor onze deur.
Ze leek op de een of andere manier kleiner. Moe. Neerslachtig.
Ze bekende alles: hoe Heather haar had gemanipuleerd, hoe ze de waarschuwingen had genegeerd, hoe ze had uitgehaald naar de enige persoon die haar daadwerkelijk had geholpen.
‘Ik behandelde je als een last,’ zei ze zachtjes. ‘Terwijl jij de enige was die ons bij elkaar hield.’
Mark was onvermurmelijk. “We helpen je met de wederopbouw, mam. Maar je bent niet van ons afhankelijk. En je hebt geen controle over ons.”
Ze stemde toe.
Na verloop van tijd bouwde ze haar leven langzaam weer op. Onze relatie genas niet zomaar, maar er ontstond iets nieuws: respect, dat we met veel moeite hadden verworven.
