Maria en Adrian waren al twee jaar dolverliefd op elkaar voordat ze trouwden.
Adrian was destijds aardig, zorgzaam en oprecht. Ik voelde me echt de gelukkigste vrouw ter wereld. Ons huwelijk werd gevierd met de goedkeuring en zegen van beide families.
Als huwelijksgeschenk gaf mijn moeder ons een huis met drie verdiepingen. Het stond volledig op mijn naam geregistreerd en was gebouwd door een leven lang hard werken en sparen. Het was niet zomaar een huis: het was haar opoffering, haar liefde, haar nalatenschap.
Nadat ik getrouwd en schoondochter was geworden, deed ik er alles aan om ons gezinnetje te beschermen. Ik werkte bij een bank en vertrok vaak voor zonsopgang en kwam pas laat thuis. Door mijn werkschema kon ik niet altijd koken of het huishouden runnen zoals mijn schoonmoeder dat graag had gewild.
Mijn schoonmoeder, Lilibeth, was nooit tevreden met me. Ze vond dat een goede echtgenote thuis moest blijven, alle maaltijden moest bereiden en dat haar leven volledig om haar man moest draaien. Toch heb ik nooit geprotesteerd. Ik heb me er stilletjes bij neergelegd, in de hoop dat mijn geduld haar uiteindelijk zou overtuigen.
Toen, op een avond, stortte mijn leven zonder waarschuwing in elkaar.
Adrian kwam thuis, met een afwezige en gespannen blik. Hij ging zitten en zei dat we een “serieus gesprek” moesten hebben. Nog voordat hij zijn mond opendeed, voelde ik een vreselijke angst.
“Het spijt me,” zei hij nuchter. “Er is iemand anders. Ze is zwanger.”
Even dacht ik dat ik het verkeerd begrepen had. Zijn woorden sloegen nergens op. Ik voelde me alsof mijn hart verbrijzeld werd. Wat me het meest pijn deed, was niet alleen het verraad, maar ook zijn kalmte, alsof hij een contract aan het afsluiten was in plaats van ons huwelijk te vernietigen.
vervolg op de volgende pagina
