In het opvanghuis ontmoetten we de directrice, een vrouw genaamd Patricia die de plek al twintig jaar runde. Ze wierp een blik op Ethans gezicht, op Sarahs armen, en haar uitdrukking verhardde.
‘We zullen goed voor ze zorgen,’ beloofde Patricia. ‘Maar ik moet je waarschuwen: statistisch gezien is hij nu het gevaarlijkst. Net als zij weg is. De komende 72 uur zijn cruciaal.’
« Dan zijn we er de komende 72 uur, » zei Rick. « En langer als dat nodig is. »
Patricia trok een wenkbrauw op. « Zou je dat echt doen? »
“Mevrouw, we zijn niet helemaal hierheen gereden om maar half werk te leveren.”
De volgende drie dagen wisselden leden van onze club elkaar af buiten de schuilplaats. Steeds twee motorrijders. Kijkend. Wachtend. Ervoor zorgend dat de echtgenoot niet opdaagde.
Hij probeerde het op de tweede dag. Hij kwam dronken aan, schreeuwde Sarah’s naam en eiste dat ze naar buiten kwam. De opvang werd afgesloten. De politie werd gebeld.
Rick en ik hadden die dag dienst. We stonden tussen hem en het gebouw in.
‘Ze komt niet naar buiten,’ zei ik tegen hem. ‘En je moet vertrekken voordat de politie hier is.’
“Of wat? Ga je me slaan? Ga je gang. Geef me een reden om aangifte te doen.”
‘Ik ga je niet slaan,’ zei ik kalm. ‘Ik sla geen mensen die kleiner zijn dan ik en ruzie zoeken. Dat is jouw zet, niet de mijne.’
De politie arriveerde. Ze arresteerden hem voor huisvredebreuk en het overtreden van het noodbevel dat de opvang had uitgevaardigd. Hij bracht de nacht in de gevangenis door.
Toen hij vrijkwam, probeerde hij het opnieuw. En nog eens. Elke keer waren wij erbij. Elke keer werd hij gearresteerd.
Na de vijfde arrestatie heeft zijn advocaat hem blijkbaar opgedragen ermee te stoppen. Dat heeft hij uiteindelijk gedaan.
Sarah verbleef drie maanden in de opvang. Gedurende die tijd heeft onze club geld ingezameld om haar te helpen aan een appartement, een tweedehands auto en een sollicitatiegesprek bij een lokaal bedrijf waarvan de eigenaar een vriend van Rick was.
Ze kreeg de baan. Ze kreeg het appartement. Ze kreeg de volledige voogdij over Ethan en het contactverbod werd permanent gemaakt.
Zes maanden na die dag bij het tankstation nodigde Sarah ons uit voor Ethans zesde verjaardagsfeestje. Een klein feestje in hun nieuwe appartement. Alleen zij, Sarahs moeder en wij vieren die er die dag bij waren geweest.
Ethan droeg een klein leren vestje dat we hem cadeau hadden gedaan. Geen patches, behalve één: een beschermengel met zijn naam eronder.
