We weten allemaal dat wiskunde soms aanvoelt als een vreemde taal, vooral voor kinderen die moeten omgaan met getallen en vergelijkingen.

Het is alsof ze in een wereld worden gegooid waar alles hetzelfde lijkt, maar niet klopt. Maar in het geval van onze kleine held lijkt het erop dat hij niet alleen moeite heeft met vermenigvuldigen; hij ontdekt ook de humoristische kant van de wiskundeles…

Dit is het:

Een jongetje komt van school en zegt tegen zijn vader:

“Ik heb vandaag een 8/20 voor wiskunde gehaald.”

Zijn vader antwoordt: “Wat is er gebeurd?”

De jongen antwoordt: “Nou, mijn leraar vroeg mij: ‘Wat is 3 maal 2?’, en ik zei 6.”

De vader antwoordt: “Dat klopt.”

De jongen antwoordde: “Dat weet ik.” Toen vroeg ze mij: “Wat is 2 maal 3?”

De vader antwoordt dan: “Wat is nou het verschil?”

De jongen antwoordt: “Dat heb ik toch gezegd!”

BONUSVERHAAL: Laat jij een scheet in bed?
Laten mensen een scheet in bed?

Wordt vervolgd op de volgende pagina