Zodra mijn dochter 10 miljoen dollar had gewonnen, zette ze me het huis uit, noemde me een oude heks en zwoer dat ik er geen cent van zou zien. Ik zei geen woord. Ze nam niet eens de moeite om te controleren wie de rechtmatige eigenaar van het winnende lot was. Zeven dagen later…

Ik had nooit gedacht dat mijn dochter, op de dag dat ze miljonair zou worden, me zou aankijken alsof ik niets anders dan een last was. Ik stond voor haar glimmende nieuwe huis, in de stromende regen, met mascara die van mijn wangen liep. De storm brak me niet.

Zijn stem, ja.

“Je zult nooit een cent van mijn geld zien, jij oude heks!”

Een moment later plofte mijn koffer met een doffe klap op het beton. Precies die koffer die ik die ochtend zo zorgvuldig had ingepakt, in de naïeve overtuiging dat rijkdom ons eindelijk dichter bij elkaar zou brengen. In plaats daarvan barstte hij open in de smetteloze opening, waardoor mijn opgevouwen kleren over de vloer verspreid raakten. Mijn tandenborstel rolde in de goot, alsof hij wist dat hij daar niet meer thuishoorde.

Ze bewoog zich niet. Ze gaf geen kik. Achter haar stond haar nieuwe vriend met een grimas en gekruiste armen. Hij was nauwelijks ouder dan haar oudste zoon. Het huis rook nog naar verse verf en het bordje ‘verkocht’ hing er nog.

Ik schreeuwde niet. Ik smeekte niet. Ik stond daar gewoon in de regen, terwijl het water in mijn grijze haar trok. Godzijdank waren haar kinderen er niet bij om te zien hoe hun grootmoeder als vuilnis op straat werd gegooid.

vervolg op de volgende pagina