Mijn dochter zei dat ik onder het ziekenhuisbed moest kruipen… vlak nadat ik was bevallen.
Ik was nog maar net op adem gekomen na de bevalling van mijn zoontje, toen mijn achtjarige dochter, Emily Carter, zich naar mijn gezicht boog en dringend en trillend fluisterde:
« Mam… kruip onder het bed. Nu. »
Er zat geen greintje speelsheid in haar stem. Geen verbeelding. Alleen maar pure angst.
Ik beefde van uitputting, mijn lichaam tintelde nog van de pijn en mijn ziekenhuisjurk plakte klam aan mijn huid. De kamer had die scherpe ziekenhuisgeur vermengd met de zachte geur van een pasgeborene. Verpleegkundigen hadden mijn zoon net meegenomen voor een routinecontrole. Mijn man, Mark Reynolds, was even naar buiten gegaan om een telefoontje aan te nemen.
