Toen ik acht maanden zwanger was, schreeuwde mijn schoonmoeder tegen me: “Je hebt mijn kind gestolen!” Voordat ik kon reageren, greep mijn schoonzus me bij mijn nek en duwde me.

Acht maanden zwanger schreeuwde mijn schoonmoeder tegen me: “Je hebt mijn kind gestolen!” Voordat ik kon reageren, greep mijn schoonzus me bij mijn nek en duwde me zo hard dat mijn buik tegen de tafel sloeg. Ik voelde een scherpe pijn en mijn vliezen braken onmiddellijk. Ze lachte en riep: “Daar heb je je straf!” Ik had moeite met ademhalen, maar toen mijn man binnenkwam en het tafereel zag… zijn blik vertelde me dat niets meer hetzelfde zou zijn. En dat mijn wraak al begonnen was.

De pijn kwam zo plotseling dat ik er geen adem meer van kreeg. Een scherpe, stekende pijn schoot door mijn buik op het moment dat mijn schoonzus, Eliza, me tegen de eikenhouten eettafel gooide. De klap gaf een schok door mijn ruggengraat en ik voelde iets in me scheuren. Ik was acht maanden zwanger en kon nauwelijks staan.

“Daar heb je je straf!” lachte Eliza, terwijl ze zichzelf afstofte alsof ze afval naar me had gegooid.

Mijn stiefmoeder, Greta, wees met een trillend gebaar naar me, haar ogen fonkelden van haat.

“Je hebt mijn zoon gestolen! Hij heeft nooit van je gehouden! Je bent alleen maar zwanger geraakt om hem aan je te binden!”

Ik probeerde te spreken, maar er ontsnapte alleen een kreun uit mijn keel. Tussen mijn benen schoot een plotselinge, brandende pijn door me heen: mijn vliezen waren gebroken. Het tapijt werd donkerder onder me, maar geen van beiden bewoog zich om te helpen.

“Greta… alsjeblieft…” fluisterde ik, terwijl ik me aan de rand van de tafel vasthield om niet te vallen.

“Zeg mijn naam niet,” siste ze. “Ik hoop dat dit kind nooit geboren wordt.”

Eliza barstte in lachen uit en genoot zichtbaar van elke seconde van mijn lijden.

“Ach, laat haar met rust, mam. Ze heeft het verdiend. Altijd zo aardig, zo ‘perfect’, zo ‘heilig’ tegenover de buren… Walgelijk.”

Mijn zicht werd wazig. De pijn nam toe, een hevige druk sneed door mijn maag. Ik wilde een stap achteruit doen om mijn maag te beschermen, maar mijn benen trilden te veel.

“Ik ga… naar het ziekenhuis…” wist ik nog uit te brengen terwijl ik naar de deur liep.

Maar Eliza blokkeerde mijn weg door haar hand op mijn borst te leggen.

vervolg op de volgende pagina