— Op 30 december moet je om zes uur ’s avonds bij mij zijn. Er moet gekookt worden, er komen veel gasten, commandeerde de schoonmoeder door de telefoon, maar Aljona kwam niet opdagen.

— Op 30 december moet je om zes uur ’s avonds bij mij zijn. Er moet gekookt worden, er komen veel gasten, commandeerde de schoonmoeder door de telefoon, maar Aljona kwam niet opdagen.

— Luister nu eens goed naar me, klonk de stem van Polina Markovna alsof ze een bevel gaf op een militaire parade. — Op 30 december moet je om zes uur bij mij zijn. De tafel moet worden voorbereid, er komen veel gasten. Mijn hele damesclub komt bijeen, zo’n tien mensen, misschien zelfs twaalf. Jij snijdt de salades, maakt het warme gerecht. En zorg er zeker voor dat je cholodets maakt, Tamara Jegorovna is er dol op.

Aljona leunde met haar rug tegen de muur in de hal. Haar jas hing nog op haar schouders, de tas trok naar beneden. Haar hoofd bonsde na een lange werkdag. Ze probeerde er een woord tussen te krijgen, maar haar schoonmoeder gaf haar geen enkele kans.

— Polina Markovna, maar ik kan niet…
— Wat bedoel je met ‘ik kan niet’? — de stem aan de andere kant van de lijn werd hard als staal. — Wat valt hier überhaupt te bespreken? Ik heb je mijn zoon gegeven, ik heb geholpen bij het kopen van het appartement toen jullie de lening afsloten. En nu kun je niet eens helpen? Jura heeft trouwens al toegestemd. Hij begrijpt dat je je moeder moet respecteren.

Aljona gleed langzaam langs de muur naar beneden en ging recht op de vloer zitten. Haar laarzen had ze nog aan, in haar hand klonk de telefoon, en in haar hoofd bonsde maar één gedachte: “Jura heeft toegestemd?”

— Weet Jura hiervan? vroeg ze zacht.

— Natuurlijk weet hij dat! Ik heb hem gisteren nog gebeld, hij zei meteen: goed, mam, zoals u zegt. Zo moet jij het ook zeggen. Kortom, ik verwacht je op de dertigste om zes uur. De boodschappenlijst stuur ik morgen vroeg. Goed, ik heb geen tijd meer, ik moet mijn vriendinnen bellen.

De lijn werd verbroken. Aljona bleef op de vloer in de hal zitten en staarde naar één punt op de tegenoverliggende muur. Buiten was het donker geworden. Het was 23 december. Tot Nieuwjaar was er nog een week. En ze had zojuist een bevel gekregen om de avond vóór de feestdagen in de keuken van haar schoonmoeder door te brengen, terwijl ze haar gasten bediende.

De voordeur sloeg dicht — Jura was terug. Hij bleef in de deuropening staan toen hij zijn vrouw op de vloer zag.

— Waarom zit je hier? Ben je gevallen of zo?

— Je moeder heeft gebeld, antwoordde Aljona zonder haar hoofd op te tillen.

Jura trok zijn jas uit en hing die langzaam aan de haak. Zijn bewegingen waren onzeker, alsof hij zich op een gevecht voorbereidde maar niet wist hoe hij de eerste klap moest uitdelen.