— Laten we scheiden, en ik neem de hypotheek op mijn naam terwijl jij met zwangerschapsverlof bent en niet werkt, — stelde de sluwe echtgenoot voor.

— Laten we scheiden, en ik neem de hypotheek op mijn naam terwijl jij met zwangerschapsverlof bent en niet werkt, — stelde de sluwe echtgenoot voor.

 

— Laten we uit elkaar gaan. Zo is het eerlijker. Ik neem de hypotheek op mij, en jij voegt je later bij mij aan, wanneer je terugkomt van je verlof.

Anja zat bij het raam en aaide over haar ronde buik toen haar man Dmitri deze woorden uitsprak. In de ene hand hield hij een kop thee, in de andere zijn telefoon, en hij sprak met zo’n droge, zakelijke toon alsof hij het had over de aankoop van een wasmachine.

Anja keek naar haar man en zocht in zijn gezicht naar een spoortje van een grap, maar zag alleen ijskoude vastberadenheid.

— Anders zit jij straks thuis, en ik moet betalen. Dat is niet eerlijk, — voegde Dmitri eraan toe zonder zijn blik van het telefoonscherm af te wenden.

Anja stokte haar adem. Ze keek naar haar man — naar zijn netjes geknipte haar, naar het moedervlekje boven zijn linkerwenkbrauw, dat ze ooit teder had gekust — en ze herkende hem niet meer. Voor haar zat een vreemde, een man met een rekenmachine in plaats van een hart.

Anja en Dmitri waren zes jaar getrouwd. Ze hadden elkaar op de universiteit leren kennen, in het derde jaar, toen ze in de leeszaal voor examens studeerden. Dima kwam naast haar zitten met een bekertje koffie en een grapje dat formules beter te onthouden zijn in goed gezelschap. Hij — een toekomstige programmeur die freelancete, zij — een uitmuntende studente met een droom van een eigen boekhoudkantoor. Een half jaar later huurden ze al samen hun eerste kleine kamer met een gedeelde douche op de verdieping. Het was krap, maar gezellig — ze kookten op één elektrische kookplaat, sliepen op een slaapbank en droomden over de toekomst.

— Eerst sparen we voor de aanbetaling, — zei Dmitri terwijl hij haar omhelsde. — Dan kopen we een tweekamerappartement in een nieuwbouw. De kinderkamer moet op het zuiden liggen, met veel zon.

— En een balkon, — voegde Anja toe. — Daar ga ik bloemen kweken.

Na een bescheiden bruiloft in kleine kring begonnen ze te sparen. Dat werd hun gezamenlijke doel, hun baken in de woelige zee van huurhuizen en tijdelijke ongemakken.

Ze leefden bescheiden, legden letterlijk elke roebel opzij. Anja werkte als boekhouder voor een klein bedrijf en deed daarnaast boekhouding op afstand voor een paar zelfstandigen. Ze bleef tot middernacht achter de documenten zitten, haar ogen traanden van het scherm, maar ze gaf niet op. Dmitri vond werk in een IT-bedrijf. Hij verdiende iets meer, maar het verschil was klein — misschien vijf à zeven duizend roebel.

Elke maand telden ze plechtig hun spaargeld. Ze hadden een speciaal schrift — Anja schreef de bedragen netjes in twee kolommen: “Dima” en “Anja”. De cijfers waren bijna gelijk.

Hun ouders konden niet helpen. Anja’s moeder, Nina Sergejevna, woonde alleen in een oud huisje bij Kolomna van een bescheiden pensioen. Dmitri’s ouders, Ivan Petrovitsj en Galina Nikolaevna, konden zelf nauwelijks rondkomen en betaalden nog af aan de lening voor een datsja die ze op hun pensioen hadden gekocht.

— Het komt goed, we redden het zelf wel, — zei Anja en kuste haar man op zijn wang. — We zijn toch een team.

Drie jaar geleden verhuisden ze naar een gehuurd tweekamerappartement — al vooruitgang. Ze hadden een aparte slaapkamer en een eigen keuken. Aan de muren hingen ze foto’s van de bruiloft en van vakanties — één keer waren ze een week naar Sotsji gegaan, hun enige vakantie in al die jaren.

Toen de test twee streepjes liet zien, geloofde Anja het eerst niet. Ze kocht er nog drie — allemaal positief. Dmitri tilde haar toen op, draaide met haar rond, lachte en kuste haar buik.

— Nu moeten we écht een huis kopen! — riep hij. — Ons kindje heeft een eigen thuis nodig!

Tegen die tijd hadden ze al bijna een geschikte woning gekozen — een tweekamerappartement in een nieuwbouw in Loebertsji. Ja, ver van het centrum, maar wel van henzelf. Hun spaargeld was precies genoeg voor de aanbetaling.

Maar plotseling begon Dmitri tijd te rekken. Dan beviel de buurt hem niet — “te ver van de metro”, dan was de indeling onhandig — “keuken te klein”, dan was het gebouw nog niet opgeleverd — “wat als ze ons bedriegen”. Anja ging eerst mee, zocht nieuwe opties, maar merkte al snel: hij vond in elk appartement een tekortkoming.

Avond na avond zat Dmitri achter zijn laptop, vergeleek hypotheekrentes, rekende iets in Excel. Hij mompelde over risico’s, crisis, instabiliteit.

— Dima, we hebben toch alles al besloten, — zei Anja zacht terwijl ze naast hem ging zitten. — Waarom stel je het uit?

— We moeten alles goed doordenken, — antwoordde hij zonder op te kijken. — Dit is een serieuze beslissing. Voor dertig jaar.

Anja probeerde mee te denken, maar hij wuifde haar weg:

— Maak je er niet druk om. Je bent al moe genoeg.

De zwangerschapsmisselijkheid putte haar echt uit. Anja haalde met moeite het einde van de werkdag, werd misselijk van geuren in de metro, maar bleef ’s avonds extra klanten bedienen.