— Laten we scheiden, en ik neem de hypotheek op mijn naam terwijl jij met zwangerschapsverlof bent en niet werkt, — stelde de sluwe echtgenoot voor.

— Misschien moet je eerder met verlof gaan? — stelde Dmitri op een dag voor.

— Maar we sparen toch voor het huis.

— Ik red het wel. Ze hebben me promotie beloofd.

De promotie kwam er niet. Maar de gesprekken over het appartement werden steeds vreemder. Dmitri begon het persoonlijk voornaamwoord “ik” te gebruiken in plaats van “wij”. “Ik neem de hypotheek”, “ik kies de bank”, “ik regel de documenten”.

Op woensdag kwam ze eerder van haar werk terug — ze had verlof gevraagd voor een echo-onderzoek. Dmitri wist dat niet, hij dacht dat ze zoals gewoonlijk om acht uur thuis zou komen. Toen ze het appartement binnenkwam, hoorde Anja zijn stem uit de kamer. Hij sprak aan de telefoon, blijkbaar met Ljocha, zijn studievriend.

— Nou ja, zij zit straks met zwangerschapsverlof. Minstens drie jaar thuis, niets verdienen. En ik moet in mijn eentje zwoegen… Ik wil later dat appartement niet door twee hoeven delen, als er iets gebeurt. Het is toch logisch dat ik alles alleen investeer terwijl zij met het kind zit…

Anja verstijfde in de deuropening. Haar hart bonkte zo hard dat het leek alsof Dmitri het moest horen. Maar hij ging verder:

— Ja, ik begrijp het. Maar het is toch logisch — het appartement hoort toe aan degene die ervoor betaalt…

Na deze woorden brak er iets in Anja vanbinnen. Ze liep stil naar de keuken, ging aan tafel zitten en staarde lange tijd naar de grijze binnenplaats met het scheefgezakte speelveldje. De man die ze het meest vertrouwde in de wereld, met wie ze een gezamenlijke toekomst bouwde, bleek tot zulke gedachten in staat.

Dmitri kwam een halfuur later naar buiten en keek verbaasd:

— Je bent vroeg vandaag.

— Ik had een echo. Alles is goed met de baby.

— Geweldig.

En hij liep naar de douche, zonder te vragen naar het geslacht van het kind, noch naar de foto’s die ze in haar handen hield.

Ze maakte toen geen scène. Ze deed gewoon alsof alles hetzelfde bleef. En daarna begon ze te handelen. Terwijl Dmitri sliep, las ze juridische fora. Ze kwam te weten over het moederschapskapitaal, over de rechten van echtgenoten op gezamenlijk verworven eigendom, over hoe ze haar belangen kon beschermen. Bijna tot de ochtend zat ze in de keuken met een rekenmachine en rekende ze mogelijkheden door.

Voor het eerst kwam er een gedachte in haar op: wat als ze zonder hem zou leven? Angstaanjagend. Maar was het mogelijk om te leven met iemand die…

De volgende dag kwam Dmitri de kamer binnen met het gezicht van een “zakenman” die klaar was om een belangrijke deal te sluiten. In zijn handen — afdrukken met berekeningen, betalingsgrafieken, vergelijkingen van bankaanbiedingen.

— Anja, ik heb alles doorgerekend, — begon hij terwijl hij de papieren op tafel legde. — Kijk, als we de hypotheek alleen op mijn naam zetten, is de rente 11,5%. Maar als we het op ons beiden doen — 13%, omdat de bank jouw zwangerschapsverlof als risico ziet. Ze kunnen zelfs weigeren of een lager bedrag geven. Dus beter op mijn naam. We wonen toch samen, wat maakt het uit op wiens naam de papieren staan?

Anja bestudeerde de documenten aandachtig. De cijfers dansten voor haar ogen.

— En wat stel je voor? — vroeg ze met een gelijkmatige stem.

— Nou, zoals ik al zei. We regelen een schijnscheiding, ik neem de hypotheek op mij, en later, wanneer jij weer gaat werken, trouwen we opnieuw en zetten we het appartement op beide namen. Alles eerlijk.

— En als er ineens iets gebeurt? — Anja probeerde rustig te klinken. — Als jij… later niet wilt overschrijven?

Hij grijnsde, en die grijns sneed haar harder dan welke woorden dan ook:

— Wat zou er gebeuren? We zijn toch een gezin. Het is gewoon praktischer zo… Vertrouw je me soms niet?

In zijn ogen zat ijskoude kilte. Diezelfde kilte die ze zag wanneer hij sprak met lastige klanten of ruzie maakte met zijn leidinggevende. De koele, berekende blik van iemand die precies weet wat hij wil krijgen.

— Denk er tot het weekend over na, — voegde hij eraan toe en liep weg, de papieren op tafel achterlatend.

Anja begreep: hij had zijn besluit allang genomen. Deze papieren, berekeningen — dit was toneel, zodat zij ermee zou instemmen.

— Ik denk erover na, — zei ze.

’s Avonds, terwijl Dmitri sliep, haalde Anja uit de kast het gezamenlijke ruitjesschrift waarin ze vanaf de eerste dag van hun samenleven alle gezamenlijke uitgaven en besparingen noteerden. Een traditie die begon in dat eerste gehuurde kamertje. Bij het licht van de bureaulamp bladerde ze de pagina’s door. Naast elke maand — twee kolommen: “Dima” en “Anja”. En haar cijfers waren helemaal niet kleiner. Soms betaalde hij meer, soms zij. Maar in totaal — fifty-fifty.

Ze bladerde tot het einde. Zes jaar leven, omgezet in kolommen cijfers. In die tijd had zij negenhonderd tachtigduizend roebel ingebracht in hun gezamenlijke spaarpot. Bijna een miljoen. En nu wilde hij doen alsof haar bijdrage niet bestond, alsof het alleen zijn verdienste was, zijn recht op het appartement.

Ze sloot het schrift en bleef lange tijd in het donker zitten. De baby duwde in haar buik, alsof hij haar spanning voelde. Ze aaide haar buik:

— Alles komt goed, kleintje. Mama verzint wel iets.

Dit alles — haar leven, haar werk, haar dromen. En ze zou zichzelf niet uit deze geschiedenis laten wissen.

’s Ochtends begon Dmitri opnieuw over de “schijnscheiding”. Hij zat tegenover Anja aan de keukentafel, smeerde boter op brood en sprak alsof hij een boodschappenlijstje doornam.

— Anja, een schijnscheiding voor een hypotheek is normale praktijk. Ik heb alles doordacht. We schrijven ons volgende week in bij de burgerlijke stand. Over een maand hebben we het bewijs van scheiding, ik dien meteen de documenten in bij de bank. Tegen Nieuwjaar trekken we in ons appartement.