De ceremonie stond op het punt te beginnen toen Camila Acevedo haar benen voelde trillen. Onder een pergola, gedrapeerd met witte bougainvillea en badend in zacht licht, in de tuin van haar ouderlijk huis in Valle Real, Zapopan, was ze haar sluier aan het rechtzetten voor een verplaatsbare spiegel. Haar make-up was perfect. Haar jurk, onberispelijk. Zachte muziek klonk al vanaf het altaar in de open lucht.
Even later zou ze naar Rafael Bravo lopen, de man die ze de afgelopen drie jaar zonder aarzeling ‘de liefde’ had genoemd.
Maar het lot besloot als eerste te spreken.
Achter een groep sierpalmen hoorde ze een mannenlach. Ze herkende meteen Rafaels stem: zelfverzekerd, vastberaden, dezelfde stem die haar altijd kalmeerde… althans, dat dacht ze. Nieuwsgierigheid dreef haar ertoe dichterbij te komen, bijna buiten adem, haar hart bonzend.
En toen… stortte zijn wereld in.
‘Luister eens, vriend,’ zei Rafael lachend, ‘het gaat niet om liefde, het gaat om strategie. Het bedrijf van Don Eduardo is een goudmijn. Zodra ik teken en ze me volledige bevoegdheden geven… dan is het klaar. Dan neem ik de boel over.’
Een andere stem antwoordde met een bewonderend fluitje.
“En Camila?”
Rafael liet een kille lach horen.
“Camila is de deur. Die hoeft alleen maar geopend te worden.”
Camila stond roerloos tussen de bomen. De geur van de bloemen die ze zelf had uitgekozen voor “de mooiste dag van haar leven” vermengde zich met een bittere, metaalachtige smaak. Haar mond werd droog. Het bloed schoot naar haar oren. In haar gedachten vielen, als puzzelstukjes, herinneringen die onschuldig leken op hun plaats: Rafaels vragen over contracten, leveranciers en logistieke routes; haar enthousiasme bij het horen van “Acevedo Transportes”; haar overdreven interesse in “hoe een volmacht werkt”.
vervolg op de volgende pagina
