Het geluid van kristal sneed door de stilte van de keuken. Marina liet langzaam haar handen in de gootsteen zakken, voelend hoe de scherven van het glas, cadeau voor hun twintigste huwelijksjubileum, in haar vingertoppen drongen.
“Ben je klaar?” haar stem klonk ongewoon kalm, alsof hij van iemand anders was.
Vladimir verstijfde in de deuropening met zijn reistas. Zijn massieve gestalte, die Marina altijd als een betrouwbare rots had beschouwd, zag er nu onhandig uit – als een beer die onverwachts in een porseleinwinkel terecht was gekomen.
“Marina, waarom doe je zo? Ik heb het toch uitgelegd…” Hij schuifelde heen en weer, niet durvend naar binnen te gaan of te vertrekken.
“Wat precies?” ze draaide zich om en veegde haar handen af aan haar schort. “Dat je je verveelt? Dat dertig jaar te lang is voor één vrouw? Of dat de vijfentwintigjarige Anya beter omgaat met jouw… midlifecrisis?”
Er hing een stilte tussen hen, dik als mist boven een rivier.
“Ik had het niet gepland, het is gewoon zo gelopen,” zijn blik zwierf door de kamer, hangend aan bekende voorwerpen: de klok die ze samen in Praag hadden gekocht, de foto’s van de kinderen, de vaas die Marina altijd had gehaat, maar die ze op een prominente plaats bewaarde omdat zijn moeder die had gegeven.
“Zo gelopen?” Marina lachte plotseling, en die lach doordrong Vladimir tot op het bot. “Je hebt twee weken lang spullen ingepakt. Ik vond bonnen van juweliers. Ik zag hoe je je telefoon verstopte. En jij zegt – ‘zo gelopen’?”
Vladimir verschoof zijn gewicht van het ene been op het andere. Hoe vaak had hij dit gesprek geoefend? Tien keer? Twintig keer? Maar nu waren alle voorbereide zinnen verdampt.
“Ik ben zevenenvijftig, Vova. Waar moet ik nu heen?” haar stem trilde voor het eerst tijdens het hele gesprek.
“Je redt je wel,” hij durfde haar eindelijk in de ogen te kijken. “Je bent altijd sterker geweest dan ik.”
“Was dat mijn vraag?”
“Dertig jaar, Volodja. Vandaag is het precies dertig jaar geleden dat we getrouwd zijn.”
Hij knikte, en slikte een brok in zijn keel weg.
“Marina, ik…”
“Ga maar,” ze draaide zich om. “Ga gewoon. Anya wacht.”
